Met de Profile Manager kunnen willekeurige 2D vormen worden omgezet naar 3D elementen en objecten. Deze vormen kunnen vervolgens met, bijvoorbeeld het balk- en kolomgereedschap, worden geëxtrudeerd langs een pad. Denk hierbij aan: kroonlijsten, dakrandafwerkingen, plinten, lambrisering, spekbanden in gevels of complete woningrijen t.b.v. een stedenbouwkundige planopzet.
Lees hier alles over in dit artikel over de Profile Manager.
Voor het maken van zogenaamde ‘draaibank objecten’ kan naast de Morph tool ook gebruik worden gemaakt van een extra Archicad add-on, de Profiler add-on. Hiermee kunnen 2D doorsnede vormen die om hun eigen as draaien worden omgezet naar 3D objecten. Denk aan balusters en spijlen van traphekken, tafelpoten, kolommen met specifieke vormen etc. De objecten hoeven niet perse 360º rond te worden gezet, maar kunnen ook met afwijkende rotatie worden geplaatst. De objecten kunnen staand of liggend worden geplaatst. Met een kleine aanpassing in het 3D GDL script kan het object als een vierkant, zeshoek of achthoek worden opgeslagen, zoals onderstaand voorbeeld van een parasol object.
Het installeren van de Profiler Add-on
De ‘Profiler’ wordt niet standaard geïnstalleerd met Archicad, maar is een Add-on die als extra ‘Goodie’ kan worden gedownload van de website van GRAPHISOFT:
Ga naar de volgende pagina en download de Goodies for Archicad 28
Download de gewenste installer en volg de instructies op
Na een correcte installatie is de Profiler terug te vinden in het pull down menu Design > Design Extras > Profiler.
Een ‘draaibank’ object maken
Stap 1: tekenen en selecteren van de arcering en de spil-as lijn
Teken met het 2D arcering gereedschap de gewenste vorm als halve doorsnede van het object
Teken met het 2D lijngereedschap de ‘As’ waar de vorm omheen gedraaid moet worden
Selecteer vervolgens zowel de arcering als de as-lijn
Navigeer naar Design > Design Extras > Profiler
Kies de 2e optie: de arcering ronddraaien rond de as en stel de gewenste attributen als: lijntype, penkleur, plattegrond arcering, surface en layer in en klik op 'OK'.
 De 1e optie is niet meer aan te raden om te gebruiken, het zelfde resultaat is tegenwoordig te bereiken met het gebruik van de Profile Manager. Na het tekenen van het Complex Profile hier kan dan met behulp van bijvoorbeeld het balk- of kolomgereedschap het onderdeel getekend worden. Zie hiervoor het artikel over de Profile Manager. |
Met de 1e klik wordt de positie in de plattegrond bepaald. Met de 2e klik wordt de plaatsingshoek ingegeven. Dit is alleen van toepassing bij objecten die een schuine (niet verticale) spil-as lijn hebben.
Stap 2: Sla het object op in de gewenste bibliotheek
Geef het object een naam en sla het object op in de juiste bibliotheek (embedded of evt. project- of bureaubibliotheek)
Het object krijgt automatisch 9 selectiepunten (hotspots)
Stap 3: Eventueel aanpassen van bestaande parameters van het object
Wanneer het object wordt opgeslagen krijgt dit automatisch een aantal instelbare parameters mee:
Angular Offset voor het schuin plaatsen van het object : 0 = Staand / 90 = Liggend
Angle voor het gedeeltelijk rond maken van het object : 360 = helemaal rond / 180 = halfrond
 Uiteraard kunnen ook tussenliggende waarden worden ingevoegd voor afwijkende instellingen. |
Het object vierkant, 6 hoekig of 8 hoekig maken
Het object wordt standaard als een rond object aangemaakt met de Profiler. Er kan met enkele simpele aanpassingen in het GDL script ook een veelhoekig object van worden gemaakt.
In onderstaand voorbeeld wordt het parasol object als voorbeeld gebruikt.
Selecteer het object
Open het object via File > Libraries and Objects > Open object ...
Open het 3D script
Op de tweede regel staat de tekst: “Resol 36”. Wijzig dit in “Resol 8”, “Resol 6” of een ander gewenst aantal. Wanneer er de tekst “Resol S” wordt ingevoerd kan dit als nieuwe parameter aan het object worden toegevoegd. Zie hiervoor onderstaande stappen:
Vul de tekst Resol S in en maak de nieuwe parameter aan
Ga terug naar het object script venster en klik op “new”
Vul de volgende waarden in:
Variabele = S
Type = Integer (zie icoontje hieronder)
Name = Resolutie
Values = 6, 8 of een andere gewenste standaard waarde voor de resolutie
Sla het object op
Klik op het kruisje van het object venster om het te sluiten. Er wordt gevraagd om het object op te slaan
Het object bevat nu een nieuwe parameter voor de resolutie. Deze kan naar wens worden ingesteld.