Naar de hoofdinhoud

Tekentechnieken - Line, Arc/Circle en Polyline gereedschap

In dit artikel wordt de basis van het tekenen van lijnvormige elementen toegelicht.

Meer dan 2 maanden geleden bijgewerkt

Lijnvormige (2D) elementen kunnen door de Line, Arc/Circle en Polyline gereedschap gemodelleerd worden. Gemeen voor alle drie zijn de volgende eigenschappen:

Eigenschappen lijnen

Lijntype:

Pen:

Met of zonder pijlpunt:


Geometriemethoden lijn

Enkel, Ketting, Rechthoek, Rechthoek onder een hoek:

Bij de kettingmethode verschijnt er een Pet Palette. Via dit Pet Palette kan er tijdens het tekenen makkelijk geschakeld worden van een recht lijnstuk naar een cirkelvormig lijnstuk:

  • Recht segment

  • Gebogen segment met vorig segment als raaklijn

  • Gebogen segment met nieuwe raaklijn

  • Gebogen segment met 3 punten methode

  • Gebogen segment met middelpunt

Snel van geometriemethode wisselen gaat met G / shift+G

​Geometriemethoden cirkel (boog)

  • Cirkel met middelpunt, driepuntscirkel of cirkel met twee raaklijnen

  • Ovaal met diagonaal, halve diagonaal of ovaaldeel

Geometriemethoden polylijn

Polygoon, Rechthoek, Rechthoek onder een hoek

Bij de polygoon-methode verschijnt er een Pet Palette. Via dit Pet Palette kan er tijdens het tekenen makkelijk geschakeld worden van een recht lijnstuk naar een cirkelvormig lijnstuk.


Verschil Lijn en Polylijn

  • Een lijn is een groep van losse lijnen < > Een polylijn is 1 element
    Elementen kunnen daardoor over de gehele lengte verdeeld worden

  • Een open polylijn kan verlengd worden:

    • Klik op een eindpunt

    • Roep het petpalet op (klikken)

    • Kies ‘continue polyline’

  • Van een polylijn kan een groep lijnen gemaakt worden:

    • Selecteer de polylijn

    • Ga naar het menu: Edit > Reshape > explode into Current View


Wijzigen van (poly)lijnen

Lijnen en vanaf Archicad 24 ook polylijnen, kunnen worden verbonden en bij de verbinding een afronding of afschuining krijgen. De functies Intersect en Fillet/Chamfer zijn te vinden in de knoppenbalk.

  • Verbinden (Intersect) werkt op twee of meer losse (poly)lijnen
    De functie werkt ook tussen een polylijn en wanden, balken, lijnen en booglijnen.

Wanneer bij het gebruik van de Intersect alleen een van de uiteinden verbonden wordt gebruik dan de functie nog een keer om ook de andere uiteinden te laten verbinden.

  • Afronden en afschuinen (Fillet/Chamfer)
    Als meer dan één (poly)lijn is geselecteerd, bij het gebruik van deze knop, zullen de lijnen worden verbonden en daarna direct worden afgerond of afgeschuind.

Was dit een antwoord op uw vraag?