In Archicad zijn er diverse hulpmiddelen die gebruikt kunnen worden om maatvast te werken; zoals de Tracker, Snap Guides en de Guidelines. Door gebruik te maken van de Tracker (Coördinaten invoerbox) kan in Archicad numeriek een lengte ingevoerd worden of kan een begin- of eindpunt bepaald worden.
Als ARCHICAD een snappunt toont, dan is dit altijd nauwkeurig. Het heeft geen nut om heel diep in te zoomen. Sterker nog, door een beetje uit te zoomen wordt het sterkste snappunt altijd gevonden.
Nauwkeurigheid in de Tracker
Tijdens het tekenen worden in de Tracker de afmetingen getoond. Standaard gebeurt dit in millimeters met 1 cijfer achter de komma (NL) of centimeters met 2 cijfers achter de komma (BE). Om dit anders in te stellen ga naar Options > Work Environment.
Opsporen van modelleerfouten
Het kan iedereen overkomen: je doet je best, maar soms modelleer je niet nauwkeurig. Dankzij een speciale ARCHICAD KeyMember gereedschap kun je onnauwkeurigheden snel opsporen en corrigeren.
Open het Label gereedschap en kies het Controle label KM (Archicad 24 en ouder: Object label KeyMember).
Kies onder het tabblad Symbol Label Custom Settings bij Inhoud label voor 'Controleren hoeken' en plaats het label op één of meerdere wanden (Label Selected Elements). Wanden die net niet recht staan krijgen de foutieve hoek in het rood te zien.
Raaklijn van twee cirkels
Bij het tekenen van raaklijnen geeft de muis, vanuit het getekende punt, direct informatie over de beschikbaarheid van een raaklijn.
Klik op het rode bolletje om de Guideline te activeren.
Moeilijker wordt het wanneer er twee cirkels zijn waaraan gerefereerd moet worden.
Driehoeksverhouding (bijvoorbeeld na inmeting)
In een renovatieproject zijn de wanden niet altijd recht. Veel maten worden dan vanuit twee kanten gemeten en zo kan de schuinte van de wand bepaald worden. Volg de onderstaande stappen om een wand in een driehoeksverhouding uit te zetten.
Begin met het plaatsen van de eerste lijn (of wand)
Plaatst het beginpunt van de tweede lijn
Toets 'd' om de lengte van de tweede lijn in te voeren
Voer de lengte in en druk op 'TAB'
Er ontstaat een cirkelvormige guideline.
Toets de 'm' (measure) in op het toetsenbord
Klik op het andere eindstuk van de eerste lijn
Toets 'd' om de lengte van de derde lijn in te voeren
Voer de lengte in en druk op 'TAB'
Er ontstaat een tweede cirkelvormige guideline.
Toets ‘m’ om measure te deactiveren gevolgd door ESC
Klik het kruispunt van de guidelines aan om de lijn te tekenen