Naar de hoofdinhoud

Vaktermen renderen

Een lijst van veelgebruikte vaktermen bij renderen kan helpen bij het kiezen van de juiste instellingen

Meer dan 3 maanden geleden bijgewerkt
  • Anti-aliasing: Term om via een berekening kartel effecten door pixels tegen te gaan.

  • Global illumination: term om een allesomvattende lichtbron aan te geven. Deze bestaat uit meerdere lichtbronnengeplaatst over een koepelvorm, waarmee omgevingslicht gesuggereerd wordt. Schaduw wordt ook in alle richtingen berekenden levert een natuurlijk beeld op.

  • Radiosity: term om aan te geven dat in de rendering gerekend wordt met de weerkaatsing van licht tussen verschillende objecten en materialen. Licht houd niet op met schijnen nadat het een materiaal heeft geraakt, de overgebleven energie wordt verder doorgerekend op andere objecten en materialen. Dit resulteert in de meeste gevallen in natuurlijkere beelden. Procedural shading: term om een materiaal weer te geven door middel van parametrische instellingen. Hiermee kan een herhalingspatroon gereduceerd worden.
    Voorbeeld: 2 kleurentonen met een ingestelde afmeting kunnen willekeurig verspreid en herhaald worden.

  • Ray-tracing: Term om het spiegelend karakter van een materiaal aan te geven

  • Sun: Hoofd lichtbron met een richtpunt om slagschaduw en reflectie weer te geven.

  • Shadow resolution: Schaduw kwaliteit

  • Resolution: Kwaliteit

  • Class / channels: Onderdeel van de opbouw van een materiaal

  • Shader: Term om bepaalde eigenschappen van materiaalopbouw aan te duiden waarmee een rendering gemaakt wordt, gekoppeld aan een Class of channel.

  • Colour: Hoofdkleur van een materiaal

  • Diffuse: reflectie van licht van een materiaal gebaseerd op kleur van het materiaal in onbepaalde richting.

  • Ambient: reflectie van licht van een materiaal gebaseerd op kleur van omgevingslicht in onbepaalde richting.

  • Specular: tegenovergestelde van diffuse reflectie waarbij de kleur van het licht geflecteerd wordt in een bepaalde richting. (In sommige gevallen is de reflectie kleur in te stellen)
    Hoge specular instelling suggereert een hard en glad oppervlak.

  • Transparancy: Transparantie

  • Attenuation: Bepaald hoe scherp de transparantie afneemt naar mate er schuin op gekeken wordt.

  • Emmision: Term om aan te geven dat een materiaal licht uitstraalt.

  • Texture mapping: term om met behulp van een afbeelding (texture) een materiaal een bepaalde uitstraling te geven, meestal door repetitie van de afbeelding.

  • Displacement mapping: term om met behulp van kleurschakering hoogte verschillen in een materiaal te suggereren. (heeft dezelfde functie als bump mapping)

  • Bump mapping: Zie displacement mapping

  • Alpha channel: Gereserveerd kanaal binnen een computerafbeelding waarmee extra eigenschappen kunnen worden gerealiseerd. Bijvoorbeeld transparant bij een bepaalde kleurtoon.

Voor meer uitleg over de algemene instellingen van de Cinerender zie het artikel van Graphisoft: General Options (CineRender).

Was dit een antwoord op uw vraag?