Voor eigen of gedownloade objecten kan gekozen worden om deze in de interne (Embedded Library) of een externe project- of bureaubibliotheek (Linked Library) te plaatsen. Wat aan te raden is hangt af van het feit of het een project met of zonder hotlinks is.
Voor meer informatie over de Embedded en Linked library zie het artikel over bibliotheken.
Projecten zonder Hotlinks
Bij soloprojecten waarin geen Hotlinks zijn gebruikt is het aan te raden alleen de Embedded Library (de interne projectbibliotheek) te gebruiken. Hierdoor blijven namelijk de zelfgemaakte en gedownloade objecten in het project bewaard en kunnen ze niet worden kwijt geraakt. De objecten zijn dan niet alleen projectspecifiek, maar ook bestandspecifiek.
Projecten met Hotlinks
Bij projecten waar wel Hotlinks en zelfgemaakte en gedownloade objecten gebruikt worden die in het gehele project hetzelfde moeten zijn en blijven, is het aan te raden een externe projectbibliotheek te gebruiken. Hierdoor zullen alle gelinkte projectbestanden exact dezelfde objecten gebruiken. Dit maakt het wijzigen van de objecten een stuk eenvoudiger. De objecten zijn dan namelijk wel projectspecifiek maar niet bestandspecifiek.
Indien er reeds objecten zijn aangemaakt in de Embedded Library en er toch met Hotlinks gewerkt gaat worden, kunnen de objecten uit de Embedded Library eenvoudig opgeslagen worden in een externe bibliotheek. Dit gebeurd met behulp van de knop Export selected library item(s) into local folder
(zie afbeelding),
vervolgens is het mogelijk de Embedded objecten te verwijderen door de objecten te selecteren en de Delete selected library item(s)
functie te gebruiken.
Tot slot dient de nieuwe externe bibliotheek geladen te worden bij Add Linked Libraries…
Zie voor een uitgebreidere uitleg hierover het artikel over Hotlinks en projectbibliotheken.
Objecten die gemaakt worden met in Archicad ingebouwde add-ons zoals de KME Ramen en deuren add-on of de Stairmaker (vanaf Archicad 21 is deze add-on vervangen door het Trap gereedschap), kunnen bij het aanmaken alleen in de Embedded Library worden opgeslagen. Met de hierboven omschreven methode kunnen deze in de projectbibliotheek geplaatst worden.