Regels maken gebruik van regelparameters. Op het moment dat er een regel een check gaat uitvoeren zal deze de opgegeven elementen (components) gaan bekijken. Het juist instellen van de regelparameters zorgt ervoor dat enkel de elementen worden bekeken die benodigd zijn voor de controle. Dit maakt de controle van een regel een stuk sneller.
Gebruik maken van verzamelingenleer
Door een juiste opgave van de te bekijken elementen zijn regels sneller in de toetsing hiervan. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van verzamelingenleer; Elementen worden gefilterd door de kenmerken van het element. We zullen als voorbeeld een Clash-controle nemen die gaat controleren of staalelementen van een systeemgevel een overlapping hebben met de constructie van het project, die niet onderdeel zijn van de systeemgevel.
Stap 1 Informatie van het model analyseren
Allereerst hebben we de informatie bekijken die we hebben. We hebben een model dat opgebouwd is uit IFC-elementen (Walls, Slabs, Beams, Columns, Building Proxy Elements, Objects e.d.). Het model is ook anders te bekijken, namelijk als het model met daarin elementen die onderdeel vormen van een deel van het geheel.
Voorbeeld systeemgevel
In ons voorbeeld is de systeemgevel onderdeel van het gehele model en bestaan uit IFC Building Proxy Elements, IFC Beams en IFC Columns. De gevelelementen worden geclassificeerd met een classificatie Systeemgevel de juiste elementen te kunnen filteren en zijn als volgt ingedeeld: Systeemgevel staal (IFC Beams/IFC Column) en Systeemgevel gevelvulling (IFC Building Proxy Elements)
Stap 2 Opstellen van de regels
Met de regel SOL/1/3.0 wordt gecontroleerd of een element een intersectie maakt met andere elementen. Daarbij is het van belang dat er een juiste opstelling is van de regelparameters zodat zo min mogelijk elementen gecontroleerd hoeven te worden. Van ons voorbeeld zullen drie mogelijke instellingen laten zien en daarbij het effect op de rekentijd van de regel. Uiteraard is dit afhankelijk van het model en zijn structuur en zal in ieder model zijn eigen specifieke voorwaarden hebben.
Voorbeeld 1
De regel kan als onderstaand omschreven worden: Controleer of de stalen gevelelementen een intersectie maken met elementen die geen onderdeel zijn van de staalelementen van de systeemgevel. Van deze selectie moeten gevelelementen van de systeemgevel uitgesloten worden.
94794 Gecontroleerde elementen
1442 Clashes
100% Rekentijd
Voorbeeld 02
Door de voorwaarde in één regel te stellen kan er direct per element bepaald worden of het element getoetst moet worden of niet.
De regel kan als onderstaand omschreven worden: Controleer of de stalen gevelelementen een intersectie maken met elementen die geen onderdeel zijn van de staalelementen en gevelelementen van de systeemgevel. Doordat in de regel direct twee voorwaarden wordt gegeven is dit sneller dan het eerste voorbeeld.
94794 Gecontroleerde elementen
1442 Clashes
90% Rekentijd
Voorbeeld 03
Sluit bepaalde elementen uit. Maak eventueel gebruik van classificaties.
De regel kan als onderstaand omschreven worden: Controleer of de stalen gevelelementen een intersectie maken met de constructieve elementen. De classificatie bevat enkel de constructie elementen van het model en niet elementen van de systeemgevel aangezien deze geen onderdeel zijn van de constructieve elementen.
949 Gecontroleerde elementen
163 Clashes
20% Rekentijd
Gebruik maken van wildcards
Bij het opstellen van regels of voorwaarden bijvoorbeeld in classificaties is het mogelijk om gebruik te maken van wildcards. Wildcards zijn tekens die het mogelijk maken om gerichter te kunnen zoeken. Hieronder een aantal voorbeelden:
Wildcard | Omschrijving |
* | Alles (joker) |
*txt | Eindigend op txt |
txt* | Beginnend met txt |
*txt* | Alles waarin txt voorkomt in de naamgeving |
? | Één karakter |
true | Wanneer de waarde van de parameter waar moet zijn (bijv. wel brandwerend) |
false | Wanneer de waarde van de parameter onwaar moet zijn (bijv. niet brandwerend) |
Voorbeeld
??-* geeft als resultaat: 21-20 buitenwanden of ab-laagnaam)
