Lagen en Lagencombinaties
Lagen
Lagen zijn bedoeld om de informatie in het model zo te kunnen scheiden dat de gewenste tekeningen kunnen worden geproduceerd. Bijvoorbeeld plattegronden, gevels, gebruiksfuncties, situatie, enzovoort.
Lagen aanmaken
- Open de Layer Settings: menu Document > Layers > Layer Settings...
Of gebruik deknop onder in het scherm
- Klik op de knop ‘New…' aan de rechterzijde
Door op de pijlknop naast 'New...' te klikken kan er ook een nieuwe folder aangemaakt worden. Daarnaast kan er vanaf de 4xxx Update van Archicad 26 hier gekozen worden voor 'New based on Selected...'.
Er wordt dan een duplicaat aangemaakt van de geselecteerde bestaande laag. De nieuwe laag neemt dan de instellingen over van de bestaande laag, inclusief de laagcombinatie-instellingen.
Vanaf Archicad 26 is het mogelijk de lagen in Folder View te tonen, zoals hierboven te zien is. Door links boven op de 
knop te klikken kan de List View weergegeven worden:
Lagen verbergen en tonen
- Bepaal welke informatie getoond moet worden door bepaalde lagen te verbergen
- Beveilig lagen met informatie die niet gewijzigd mag worden door ze te locken
Lagencombinatie
Lagencombinatie aanmaken
Sla de gemaakte instellingen op als een Lagencombinatie, zodat deze makkelijk opnieuw is op te roepen en te beheren:
- Klik op de knop ‘New…’ (linksonder)
- Geef de Lagencombinatie een naam
Geef de Lagencombinatie de naam van de tekeningen waarvoor de combinatie bedoeld is.
Bijvoorbeeld:
- ELE – Elektra
- PLA – Plafond
Lagencombinatie aanpassen
- Selecteer de Lagencombinatie (links)
- Pas de instellingen aan (rechts)
- Sla de wijzigingen op met de knop ‘Update’
Gebruik een bestaande lagencombinatie voor het aanmaken van een nieuwe lagencombinatie
Meerder lagen aanpassen in een lagencombinatie
Soms zijn meerdere lagen aan en of uit gezet en moet deze combinatie een bestaande vervangen.
- Open de Layer Settings
- Kies in linkerkolom de lagencombinatie
- Selecteer in de rechterkolom met SHIFT of CTRL / CMD de lagen die allemaal zichtbaar of onzichtbaar moeten worden of die allemaal gelockt of niet gelockt moeten worden
- Klik op het 'Oogje'
of 'Slotje'
in een van de geselecteerde rijen en de keuze zal gelden voor alle geselecteerde rijen
- Klik op 'Update' en kies 'OK'
Of
- Kies, onderin het scherm in de Quick Options, de gewenste lagencombinatie
- Selecteer in de tekening onderdelen die verborgen moeten worden
- Schakel de lagen van deze onderdelen uit, bijvoorbeeld met de Quick Layers (Window > Palettes > Quick Layers)
- Open de Layer Settings en sorteer hier op zichtbaarheid en selecteer de onzichtbare lagen
- Kies de lagencombinatie die overschreven moet worden, de lagen blijven geselecteerd.
- Klik op een geopend oogje van één van de geselecteerde lagen zodat het oogje sluit en de lagen verborgen worden
- Update de bestaande lagencombinatie
Lagencombinaties versus lagen in de Layer Settings
Door links op een Layer Combination te klikken worden rechts de instellingen van de lagen in deze combinatie zichtbaar:
Door rechts op een laag te klikken wordt links zichtbaar hoe deze laag is ingesteld in de verschillende lagencombinaties:
En kan dit eventueel ook aangepast worden.
Nieuwe lagen zijn standaard niet zichtbaar in de bestaande lagencombinaties.
Stel de gewenste weergave van de laag snel in door de laag te selecteren en vervolgens aan de linkerzijde de instellingen aan te passen. Dit is direct verwerkt in de lagencombinaties. (Geen Update nodig)
Of selecteer een laag die wel zichtbaar is in de bestaande lagencombinatie en kies in het pijlmenu naast de knop 'New...' voor 'New based on Selected...'. De overige instellingen van de huidige laag worden dan ook meegenomen.
Lagenstructuur van de NL/BE en de NL/BE KeyMember templates
Zie ook het artikel: De codering in de Archicad template
| Folder | Laag | Omschrijving | Gebruik |
| Archicad Layer | Standaard laag - niet verwijderen. Informatie op de laag is altijd zichtbaar. | ||
| 0 t/m 9 | 11 t/m 90 | NL/SfB - BB/SfB | Algemene model informatie meestal in 3D, maar ook 2D |
| ALGEMEEN | Aanduidingen | Hulplijnen, stramien, Patches en opmerkingen | |
INFORMATIE | Informatie | Extra informatie voor specifieke tekeningen, bijvoorbeeld: plafondtekening, verkooptekening, 1:20 tekeningen | |
MAATVOERING | Maatvoering | Maatvoering voor verschillende schalen en tekeningen (bijv. verkoop-dimensionering) | |
MARKERS | Markers | (detail-)markers | |
RUIMTEN | Oppervlakten / Ruimten | ||
SAMENWERKING | IFC, Point clouds en modules | ||
| WERKPLAATS | Bouwplaats | Objecten maken, Ramen- en deurenwerkplaats |
Related Articles
Attributen en de Attributen beheren
Element Attributes Bij het instellen van de gereedschappen (Tool Settings), of het nu wanden, daken, vloeren, lijnen of arceringen zijn, verschijnen er verschillende keuzelijsten voor het bepalen van de eigenschappen van het element: Lijnen Pen ...Lagen van externe tekeningen verbergen
Externe tekeningen zoals DWG tekeningen en PDF documenten bevatten vaak een aantal lagen die door het tekenprogramma in het bestand mee opgeslagen zijn. Dat kan handig zijn als onderdelen van deze tekeningen verborgen moeten worden. Is een DWG ...Module bestanden voor standaarddetails
Vaak worden details in verschillende projecten grotendeels herhaald of zijn er specifieke bureaudetails. Ook voor het overzetten van bestaande standaarddetails uit andere tekenpakketten kan onderstaande aanpak gebruikt worden. Aanmaken van bestand ...Varianten maken
Varianten kunnen in Archicad gemakkelijk in een project uitgewerkt worden zonder dat er kopieën van hetzelfde project gemaakt hoeven worden. Dit kan bijvoorbeeld door middel van lagen en lagencombinaties of door modules op verschillende Master Layers ...Archicad - Demo model
Download het Demomodel Download hier het Demo-model (Archicad 25) Decomprimeer het bestand (unzip) en plaats het in een herkenbare map op de schijf Start Archicad en browse naar het bestand Lees hier hoe een bestand kan worden geopend en door het ...