Met Archicad 26 komt er een nieuwe mogelijkheid bij voor het maken van objecten, de Library Part Maker.
Hiermee kunnen objecten, ramen, deuren, daklichten en lampen worden gemaakt. Belangrijkste verschil met de standaard methode is dat het resulterende object aanpasbaar is in het detailniveau. Met behulp van de detailniveau opties in de Model View Options Combinations kan geschakeld worden tussen verschillende weergave, zowel in 2D als in 3D.
De Library Part Maker is een add-on die apart moet worden geïnstalleerd. Download de internationale of Engelse versie van Library Part Maker op de website van
Graphisoft . Deze is alleen beschikbaar voor KeyMembers.
Praktische toepassingen:
- maken van objecten met een afwijkend 2D symbool
- vereenvoudigde weergave maken van een gedetailleerd element (bijvoorbeeld geïmporteerde interieurelementen uit SketchUp of Revit)
- maken van daklichten, lampen en MEP elementen
Voor meer ins en outs inzake Archicad 26 zoals installatie, migratie en vernieuwde upgradecursus, zie Archicad 26 De ramen en deuren gemaakt met de Library Part Maker zijn niet geschikt voor gebruik in combinatie met de KeyMember ramen- en deurenstaat. Deze objecten zullen in de ramen-en deurenstaat enkel de plattegrond weergave tonen.
Werkmethodiek
Open de Library Part Maker via Window > Palettes > Library Part Maker
Maken van het werkgebied
- Kies onder het tabblad ‘Name & Design Area’ Select Name > Add New Library Part Maker Name en bepaal de werknaam voor het object
- Kies Mark Design Area
-
Teken nu met een rechthoekig kader in een willekeurig plattegrond de Design Area
In de linkerhoek wordt de zojuist bepaalde naam getoond en dit tekst element is gekoppeld aan de Design Area. De grootte van het Design Area is later nog aan te passen.
Modelleren
Modelleer nu met standaard gereedschappen 3D elementen of 2D elementen alle relevante weergaven binnen het Design Area. Er kunnen weergave gemodelleerd worden voor drie detail niveaus in zowel plattegrond als 3D. Teken deze 6 verschillende weergave binnen het Design Area. Standaard wordt het Design Area verdeeld in 6 vlakken:
De verschillende weergaven komen overeen met de instelling in de opties in de Model View Options Combinations bij ‘Opties voor bibliotheekonderdelen’ onder ‘Object en lamp detailniveau’
Het is niet noodzakelijk alle niveaus te modelleren. In het geval van een ontbrekend niveau, zal de weergave van een ander niveau worden gebruikt.
Alle onderdelen kunnen zelf worden gemodelleerd, maar er kan ook gebruik gemaakt worden van gedownloade objecten of standaard bibliotheek elementen. Het is belangrijk om deze eerst om te zetten naar Morphs. Als dat niet gebeurt, blijft het resulterende Library Part Maker object altijd zoeken naar dat specifieke gedownloade object of bibliotheek element. Let bij gedownloade objecten op het aantal Polygonen .
Aanduiden van het Ankerpunt
Voor ieder detailniveau van het object moet een ankerpunt worden bepaald. Idealiter is dit voor ieder niveau een overeenkomstig punt, bijvoorbeeld het middelpunt. Het ankerpunt wordt bepaald door een Level Dimension te plaatsen op het gewenste punt.
Component Type
De Library Part Maker moet weten welke elementen horen bij welk niveau. Dit gebeurt door de elementen toe te kennen aan een Component Type. Selecteer de onderdelen van het gewenste niveau inclusief bijbehorende de Level Dimension en zet deze op het gewenste Component Type
Properties
Kies in het tabblad ‘Properties’ voor Property Scheme en de voorkeuze ‘Archicad Listing Parameters’
De Library Part Maker beschikt ook over een mogelijkheid om data op te nemen in het object. Dit is bruikbaar wanneer een grote set aan specificaties direct aan het object moet worden gekoppeld. Bij kleinere hoeveelheden data kan dit beter met behulp van Archicad properties worden gedaan. De Archicad properties kunnen namelijk ook op een gebruiksvriendelijke manier worden gebruikt in Schedules, Graphic Override en Find and Export.
Details
Een object kan van details voorzien om makkelijker identificeerbaar en zoekbaar te worden. Onder het tabblad ‘Details’ kan de naam van het object worden bepaald, de naam van de maker en een preview worden gegeven. Dit laatste kan door middel van het plusje aan te klikken en op zoek te gaan naar een afbeelding
Maak een Preview afbeelding door het element in 3D te tonen en een schermafbeelding te maken
Ook kan de knop ‘More’ worden geklikt. Dan kunnen eigenschappen zoals een omschrijving of sleutelwoorden worden ingevuld. Met deze eigenschappen kan het object worden gevonden bij het zoeken in de bibliotheek.
Alle licentievormen behalve Public Domain Dedication hebben de optie om een wachtwoord beveiliging in te voeren.
Check and Save
Voordat een object kan worden opgeslagen moet deze controle worden uitgevoerd. Pas na de Check wo
Kies eerst het type object:
- Deur
- Raam
- Skylight
- Object
- Lamp
- MEP element
en klik op de knop Check
Mogelijk foutmeldingen zijn:
- Missing origin assigned to: <Component type>
Plaats voor ieder Component Type (2D Volledig, 3D Schematisch enz. ) een Level Dimension - The Library part could not be created. Selection does not contain any elements assigned to..
Volg eerst de stap van Component Type - Some elements have no component type assigned! Assign Component type.
Niet alle elementen binnen de Design Area zijn toegewezen een Component Type.
Gebruik onderstaande knop om de Not Assigned elementen te identificeren.
- The Lamp object cannot be created. You should place at least one of the following four types of light sources and assign it to the required Library Part Maker component:
Area Light, General Light IES Light, Spot Light
Plaats een lichtbron met het lamp gereedschap: Lichtvlak, Algemeen licht, IES licht of Lichtspot voor ieder van de 3D Component types
Na het controleren kunnen ook de Parameters nog benoemd worden en de standaardinstellingen worden ingesteld
Sla nu het object met de knop Save As op in de Embedded Library of kies linksboven voor een externe locatie.
Plaats een Library Part Maker object
- Ga naar het object gereedschap en zoek het object op en plaats in het project.
- Met behulp van de Model View Options Combinations kan het detailniveau nu worden geregeld.