Modules zijn externe Archicad bestanden waarmee een link kan worden gelegd. In dit artikel worden alle instellingen van de module behandeld.
Plaatsen Module
Begin met het plaatsen door het Place Hotlink venster te openen via File > External Content > Place Hotlink
Kies Select Module
Hier staat een lijst van reeds gekoppelde modules, die geplaatst kunnen worden. Met de knop New Module kan een nieuwe Module worden gekozen van het netwerk of lokaal en direct vanaf de BIMcloud.
- Archicad solo project (pln) - bij gebruik van dit bestandsformaat wordt enkel en alleen de 3D model informatie en 2D informatie van plattegronden gebruikt. Alle andere informatie zoals Layouts, doorsnedes en aanzichten, Worksheets en gekoppelde bibliotheken en meer worden niet meegenomen. Attributen (o.a. Surfaces, Complex Profiles) worden enkel meegenomen als deze nog niet in het hoofdproject bestaan (lees meer Module bestanden en attributen)
- Module (mod) - dit bestandsformaat bevat enkel en alleen de 3D model informatie en 2D informatie van plattegronden en
- Archicad 2D lines (2dl) - dit bestandsformaat kan alleen gemaakt worden vanuit het 3D beeld met de Vectorial Engine
- Revit (rvt) - Revit bestanden
- Rhino bestanden (3dm) - Bestanden gemaakt met het programma Rhino
- IFC bestanden (ifc) - het uitwisselformaat voor gebouwmodellen
Verdiepingen
Als een Model is gekozen kunnen alle verdiepingen (All Stories) of één geselecteerde verdieping uit de Module worden geplaatst.
Als er voor één enkele verdieping wordt gekozen, worden alle elementen met die verdieping als Home Story getoond en alle elementen die via All Relevant Stories door die verdieping gaan.
Module
Skip Nested Modules
Als deze optie is gekozen, dan worden geneste modules (Modules die in Modules zijn geplaatst) niet meegenomen.
Hotlink Settings
Master Layer
De Master Layer is de laag waarop de Module is geplaatst. Als deze laag verborgen wordt, wordt de hele module verborgen. Alle onderdelen binnen de module blijven reageren op de stand van hun normale laag, maar zijn alleen zichtbaar als ook de Master Layer zichtbaar is.
Master ID
De Module kan een apart ID krijgen om mee geïdentificeerd te worden. Alle onderdelen in de Module krijgen deze eigenschap ook.
Align Module en oriëntatie
De Module kan geplaatst worden onder elke hoek en ook worden gespiegeld. In dit veld kan dit numeriek worden ingevoerd, maar dat kan ook achteraf. Als alle onderdelen van de module zijn geslecteerd (controleer Suspend Groups) kan een module in het model worden verplaatst, verdraaid en gespiegeld.
Als de optie Align Module wordt gekozen, dan neemt de Module de oriëntatie en positie over die in de oorspronkelijke module is gekozen.
Adjust angle of fixed-angle elements to reflect Hotlink rotation
Als elementen zoals teksten, Labels en zonestempels zijn ingesteld op een vaste hoek, dan kunnen deze aangepast worden aan de nieuwe oriëntatie van de module
Design Options
Place Elements from the Module
Hier kan worden bepaald welke elementen van de module worden geplaatst. Er kan worden gekozen, voor Main Model of bepaalde specifieke Design Options of de Design Option van een bepaalde Design Option Set.
Choose Option Status for the placed Hotlink
Hier kan voor de hele module worden bepaald bij welke Design Option van het huidige hoofdmodel hoort.
Element Settings
Elements Elevation
Elementen in de Module hebben een plaatsingshoogte ten opzichte van de verdiepingen in de module en een plaatsingshoogte ten opzicht van het nulpunt.
Adjust Elevation to Story Structure of Host Project:
De plaatsingshoogte ten opzichte van de verdiepingen wordt gehandhaafd en toegepast op de verdieping uit het hoofdmodel. Dit kan betekenen dat bijvoorbeeld wanden niet meer bovenop elkaar aansluiten.
Keep Elevation as in Story Structure of Source File
De plaatsingshoogte ten opzicht van het nulpunt/peil wordt gehandhaafd. Wanden zullen nu netjes op elkaar aansluiten. Als de verdiepingshoogte tussen module en hoofdbestand te veel verschillen kan het zijn dat elementen niet meer op hun oorspronkelijke verdieping zichtbaar zijn.
Gebruik met deze methode o.a. de wandinstelling ‘Show on all relevant Stories’
Additional Offset
Een extra verhoging kan worden ingesteld (vanuit plattegrond). De hele module kan ook in hoogte verplaatst worden (Drag) in het 3D venster.
Relink all Doors/Windows to Wall Base
Normaliter zijn ramen en deuren ingesteld op Sill to Story, waarbij eenvoudig de borstweringshoogte kan worden ingevuld. Als een offset wordt gebruikt, blijven de ramen en deuren deze borstweringshoogte ten opzicht van de verdiepingen in het hoofdmodel houden. Met deze optie verplaatsen de ramen en deuren met de wanden mee.
Top Linked Elements
Bij gebruik van de optie “Adjust Elevation to Story Structure of Host Project” kunnen de wanden, kolommen en andere elementen waarvan de bovenkant is gekoppeld met de bovenliggende verdieping, kunnen in hoogte mee veranderen. Ze kunnen daarmee netjes aansluiten aan bovenliggende elementen.
Aanpassen bestaande modules
Bijna alle instellingen kunnen naderhand worden aangepast. Selecteer een onderdeel van de module in plattegrond of 3D en ga naar File > External Content > Hotlinked Selection Settings op de plek waar eerst Place Hotlink stond. Dit commando kan ook via de rechtermuisknop worden opgeroepen.
Om een module in plattegrond of 3D te verplaatsen, roteren of anders te transformeren, moeten álle onderdelen van de module zijn geselecteerd. Dit kan door één onderdeel te selecteren en dan Edit > Grouping > Suspend Groups (of het icoon in de Toolbar) uit te zetten. Zijn niet alle onderdelen geselecteerd dan zijn de vierkante hotspots uitgegrijst.