Een IFC model exporteren

Een IFC model exporteren

In dit artikel wordt beschreven hoe uit een ARCHICAD model een IFC model geëxporteerd kan worden.
Als voorbeeld wordt de export van een IFC model voor stabiliteit (BE) / constructie (NL) behandeld.

Tijdens de export is het mogelijk om instellingen verder te verfijnen zoals eigen ARCHICAD properties koppelen. Kijk voor meer informatie over deze mogelijkheden in het Kubus Helpcenter.

Stap 1: Eisen bepalen en afspraken maken

Gebruik een protocol

Voordat met de uitwisseling van BIM modellen begonnen wordt is aan te raden afspraken te maken over het doel en de vorm van de uitwisseling. Hiervoor kan het best een protocol gebruikt worden waarin de gegevens van de betrokken partijen, de softwarepakketten van alle partijen en de modelinhoud per fase vastgelegd worden.
Zie voor meer informatie over het BIM protocol en het BIM uitvoeringsplan de website van het  BIM loket.  

Parametrisch versus coördinatiemodel

Een belangrijke keuze bij de export is hoe de geometrie geëxporteerd wordt. Deze keuze is afhankelijk van het doel waarvoor het IFC model gebruikt zal worden en de mogelijkheden binnen het softwarepakket van de ontvangende partij.

Grofweg is er een onderscheid tussen twee opties:
  1. Aanpasbaar model - Parametrisch - Extruded geometry
    Dit wordt gebruikt als er in het andere pakket met het model verder moet worden gewerkt en elementen aanpasbaar moeten zijn. Voorwaarde is dat het bijbehorende gereedschap in de software aanwezig is. Een beperking kan zijn dat specifieke geometrische eigenschappen niet exact overgenomen worden omdat de functies in het ontvangende pakket er anders mee omgaan; Wanden worden als wanden geëxporteerd, balken als balken enzovoort. Deze moeten dus in het andere pakket ook zo herkend worden en een overeenkomstig gereedschap hiervoor hebben.

  2. Referentie- of controlemodel - Coördinatie - Boundary Representation (BREP)
    Dit wordt het meest toegepast en is te vergelijken met een (beperkt) parametrisch bibliotheekelement. Het wordt gebruikt in modelchecker programma’s en als onderlegger in andere modelleerpakketten. BREP’s zijn een veilige manier om exact dezelfde geometrie in het ontvangende pakket te genereren.


In ARCHICAD zijn diverse instellingen voorbereid en opgeslagen in de meegeleverde IFC translators. Indien gewenst kunnen IFC translators per project aangepast worden. Meer informatie over de translators is te vinden in het artikel: Het instellen van een IFC Translator.

Stap 2: Modelopzet kiezen

Hoe een model in ARCHICAD is opgezet is belangrijk voor de uitwisseling. Hiervoor is het nodig de verwachtingen van de ontvangende partijen goed te kennen zodat zij met het aangeleverde IFC model goed hun werk kunnen doen.
  1. Houd de afgesproken modelstructuur aan en hanteer de afspraken over projectnulpunt en verdiepingsopbouw.
In de praktijk gebruiken steeds meer partijen de BIM basis ILS. Lees voor meer informatie over hoe dat in ARCHICAD toegepast wordt in het artikel: Werkmethodiek uitwisseling van een model op basis van BIM basis ILS.
Voorbeeld:
Een constructeur/ stabiliteitsingenieur zal waarschijnlijk het liefst wanden per verdieping in een model willen hebben en geen wanden die over meerdere verdiepingen gemodelleerd zijn.
  1. Ga zorgvuldig om met Complex Profiles en gebruik deze als bouwcomponenten en niet hele bouwdelen.
    In een andere applicatie kan een degelijk bouwdeel eventueel als 1 element gezien worden, waardoor onderdelen en hoeveelheden hiervan niet los bekeken kunnen worden.

Stap 3: De gewenste informatie aan elementen koppelen

Voor een constructief / stabiliteitsmodel is het belangrijk dat gedefinieerd is welke delen in het model dragende onderdelen zijn. Vaak wordt in het begin door een architect een aanname voor constructieve elementen gedaan (eventueel in overleg met een constructeur/stabiliteitsadviseur). In ARCHICAD zijn hiervoor 2 stappen nodig:

1. Bepaal in Composieten welk deel dragend is

  1. Ga hiervoor naar Options > Element Attributes > Composites en stel het gewenste onderdeel van de gebruikte composites in op ‘Core’ en alle niet dragende onderdelen op ‘Finish’ of ‘Other’.


2. Geef het element de juiste IFC eigenschappen mee

  1. Selecteer hiervoor een element in het model en open het instellingsvenster.
  2. Open het tabblad CLASSIFICATIONS AND PROPERTIES:
  1. Kies bij ‘ARCHICAD Classificatie’ de juiste Element classificatie (1)
  2. Stel bij ‘Structural Function’ voor constructieve elementen ‘Load-Bearing Element’ en niet constructieve elementen ‘Non-Load-Bearing Element’ (2) in

Voorbeeld:
Als een plat dak met een vloer gemodelleerd is moet de Element classificatie ‘Dak’ gekozen worden.
  1. Aanvullende IFC eigenschappen kunnen worden toegevoegd in de Archicad properties. In de IFC translators is het mogelijk om aan te geven welke Archicad properties toegevoegd worden aan het IFC bestand via de Property Mapping. Bekijk hiervoor het artikel: Een mappingtabel bewerken
Meerdere geselecteerde objecten kunnen gezamenlijk worden aangepast. Met Find & Select (eventueel in het 3D venster over alle verdiepingen) of via Schedules kan er gericht een specifieke groep geselecteerd en aangepast worden.

Stap 4: Voorbereiden van de export van een constructief /stabiliteitsmodel

Exporteer alleen voor de ontvanger relevante onderdelen conform de gemaakte afspraken naar het IFC-model en geen interieur- en aankledingsobjecten.
Wordt bij de export alleen voor het constructieve model gekozen is het raadzaam ook een keer het volledige model mee te sturen om het gehele ontwerp voor de ontvanger inzichtelijk te maken. Dit kan voorkomen dat bijvoorbeeld een windverband in een vide terecht komt.
Voordat alleen het dragende deel geëxporteerd kan worden moet de weergave van het model gefilterd worden.
  1. Open het model in het 3D venster
  2. Zet alle lagen uit waarop elementen staan die niet geëxporteerd hoeven te worden en maak hiervan een lagencombinatie
  3. Kies in de Filters bij Partial Structure Display voor ‘Core of Load-Bearing Elements only’
  4. Verberg de ramen en deuren in het 3D venster. Ga naar View >Elements in 3D View > Filter and Cut Elements in 3D en zet ramen en deuren uit.
  5. Sla het beeld in de Navigator op als een View met een duidelijke naam. In de KeyMember template staan in de map 'Algemene werkmethodieken' de volgende Views ten behoeve van IFC export:

Het model kan in het 3D venster dan bijvoorbeeld zo eruit zien: 


Stap 5: Exporteer een IFC model

Het model is nu gereed voor export.

Via Save as

  1. Ga naar File > Save as...
  2. Selecteer bij 'Format' IFC Files (1)
  3. Kies bij 'Export' welke onderdelen geëxporteerd moeten worden (2)
  4. Selecteer bij de Translator de gewenste Translator (3)


Onder de knop 'Options' is een omschrijving te vinden, die aangeeft voor welke import de translator geschikt is
Zie voor meer informatie over de IFC Translators voor Export en welke instellingen zorgen voor welke export het artikel:  Instellingen van de IFC Translator presets voor de export.
  1. Geef het bestand de gewenste naam en klik op 'Bewaar'

Via een Publisher Set

Om ervoor te zorgen dat de export steeds op dezelfde manier gebeurt, sneller en bijna automatisch verloopt kan er gebruik gemaakt worden van een Publisher Set:
  1. Open de organizer met links de View Map en rechts de Publisher Sets (1)
  2. Ga naar (of maak) een Publisher Set IFC uitwisseling (2)
    In de KeyMember Template is hiervoor al een Publisher Set opgenomen
  3. Selecteer of plaats de gewenste View in deze map (3)
  4. Kies onder ‘Format’ voor IFC en kies de bijbehorende Translator (4)
  5. Kies voor Selected Items (5) om enkel geselecteerde onderdelen te exporteren. 
    Moet de gehele set geëxporteerd worden kies dan voor 'entire set'.
  6. Klik op Publish (6)


Problemen bij de export

Wanneer er een probleem ontstaat tijdens het exporteren zal het venster 'IFC Export Warning' verschijnen. Om meer te weten te komen, klik 'Open Report'. In dit Report wordt bijvoorbeeld gespecificeerd welke specifieke elementen problematisch zijn en waarom.


Stap 6: Verifieer het geëxporteerde IFC bestand

Na de export is het raadzaam te controleren of de output naar wens is.
Dit kan met een IFC model viewer zoals  bijvoorbeeld  BIMcollab Zoom  of Solibri.

    • Related Articles

    • Een IFC model (als referentie) importeren of openen

      Een IFC model van een externe partij kan in Archicad geïmporteerd worden. Op die manier kan het IFC model vergeleken worden met het Archicad model. In het begin van het BIMproces zal de architect vanuit het ontwerpmodel een IFC model verstrekken aan ...
    • Een Archicad model als losse onderdelen naar IFC exporteren

      Decompositie In een BIM proces wordt vaker om IFC modellen gevraagd waarin modelelementen uit losse onderdelen bestaan om zo makkelijker hoeveelheden en eigenschappen van specifieke componenten te kunnen extraheren. Vooral aannemers vragen hier naar ...
    • Gebruik maken van Archicad Properties

      Het Archicad model bevat een geweldige hoeveelheid aan informatie, die gekoppeld is aan specifieke gebouwelementen. Datamanagement is niet nieuw in Archicad. Al vanaf de eerste versie van Archicad wordt er informatie toegekend aan elementen en ...
    • IFC Project Manager

      Functie van de IFC Manager Inzicht krijgen in de opbouw van je model File > Interoperability > IFC > IFC Project Manager List visible model elements only.  Laat alleen de zichtbare elementen in de Model Tree zien. Show only scheme items.  Alleen de ...
    • Parametrisch vs coördinatie model

      IFC geometrie kan op twee manieren uitgewisseld worden: Als niet bewerkbare (statische) elementen of bewerkbare elementen. Het is aan te raden voor het naast elkaar leggen van IFC modellen om deze op elkaar af te stemmen, te coördineren, de niet ...