Elementen tekenen

Elementen tekenen

Het tekenen van elementen gaat altijd volgens hetzelfde stappenplan:
  1. Keuze van het gereedschap
  2. Instellen van het gereedschap
  3. Kiezen van de vorm
  4. Tekenen en invoeren van afmetingen
Er kan gemodelleerd worden in bijna alle vensters, zoals plattegrond, gevel of het 3D-venster.

1. Keuze van het gereedschap

In de gereedschappenbalk of Toolbox aan de linkerkant van het scherm ( bekijk de interface) kan voor een gereedschap worden gekozen in de volgende categorieën :
  1. Select

    Selectiegereedschappen om bestaande elementen aan te kunnen passen

  2. Design
        
    Hierin diverse 3D-gereedschappen, zoals wanden, vloeren, daken, ramen en deuren

  3. Windows
      
    Aanmaken van extra vensters, zoals aanzichten, doorsneden en details

  4. Document
       
    2D annotaties, zoals lijnen, arceringen, maatvoering en tekst

  5. More
    Overige gereedschappen, zoals boog- en hoekmaatvoering en camera's
      

2. Instellen van het gereedschap

Op vier manieren kan het gereedschap naar wens worden ingesteld:

Info Box

Aan de linkerkant van het scherm is de Info Box zichtbaar. Als een gereedschap is gekozen, worden in de Info Box de belangrijkste gegevens van dat gereedschap getoond. Die kunnen daar direct naar wens worden ingesteld.

Dit kan ook nog tijdens het tekenen / modelleren door er gewoon met de muis naar toe te bewegen en de keuze te maken.

Instellingenvenster

Dubbelklik op het gewenste gereedschap in de gereedschappenbalk, dan wordt het uitgebreide instellingenvenster zichtbaar. Hier worden op een nog duidelijkere manier de instellingen uitgelegd. Voor beginners is het eerste tabblad Geometry and Positioning het belangrijkste.

Favorieten

Een snellere manier is via favorieten. In een project of template kunnen instellingen als favoriet worden opgeslagen met een eigen benaming. De favorieten zijn op verschillende manieren bereikbaar, het snelst via het kleine pijltje naast het gereedschap in de gereedschappenbalk. Als daar op wordt geklikt, vouwt een venster uit met een grafische voorstellingen van de beschikbare favorieten. Dubbelklik op de gewenste favoriet om deze instellingen te activeren.

Pipet / Spuit

Nóg sneller is het gebruik van het Pipet. Met deze methode kunnen instellingen van een reeds geplaatst element worden overgenomen. Dit kan op de volgende twee manieren:
  1. Toolbar

  2. ALT-toets in te drukken en op een element in het project te klikken.
Meteen na de klik kan met deze instellingen worden getekend.

3. Kiezen van de vorm

Na het instellen moet in de Info Box ( bekijk de interface) voor een bepaalde geometriemethode worden gekozen. Per gereedschap verschilt dit qua mogelijkheden:
  1. Vlakvormige elementen (o.a. arceringen, vloeren, daken)
    Vrije vorm, rechthoek en een rechthoek onder een hoek

  2. Lijnvormige elementen (o.a. lijnen, wanden, balken)
    Enkele lijn, kettinglijn, rechthoek en een gedraaide rechthoek

  3. Cirkelvormige elementen (o.a. cirkels, wanden, vliesgevels)
    Op basis van middelpunt en straal, drie punten of twee raaklijnen

  4. Puntvormige elementen (o.a. objecten, kolommen, lampen)
    Orthogonaal, gedraaid, oprekbaar en gedraaid oprekbaar

  5. Associatieve elementen (o.a. maatvoering, relingen, daklichten)
    Deze elementen worden gekoppeld aan een ander element en volgen automatisch wijzigen in het moederelement. Zo kan een daklicht de helling van een dak volgen.

Instellen geometriemethode

Wanden bevatten zowel de lijnvormige als de cirkelvormige methode. Om een keuze te maken moet de linkermuisknop ingedrukt gehouden worden op een geometriemethode om de gewenste optie te kiezen:

Er kan altijd tijdens het tekenen gewisseld worden van geometriemethode en/of eigenschappen: lijntype, arcering,  pen. Het tekenen hoeft niet te worden afgebroken! Niet gemaakte keuzes kunnen dus tijdens het tekenen  alsnog gemaakt worden.
Bij de keuze voor kettinglijn of vrije vorm kan ook voor ronde delen worden gekozen door middel van het Petpalet . Er is één mogelijkheid voor rechte lijnstukken en vier verschillende manieren om een gebogen lijnstuk te maken.
 

4. Tekenen en invoeren van de afmetingen

Ga met de cursor naar het model, dan verandert deze in een kruisdraad . Als in het model wordt geklikt, dan wordt dit willekeurige punt het startpunt. Maar ga naar het hoekpunt van een andere element, dan verandert de cursor in een vinkje . Als er nu geklikt wordt, zal het element exact beginnen op dat hoekpunt. De cursor verandert daarna bovendien in een potlood , om aan te geven dat er getekend gaat worden.

Tijdens het tekenen zijn er een 4-tal ondersteunende elementen:
  1. Snapguides
    Deze blauwe lijnen geven een richting aan (X-as, Y-as, hoofdrichtingen). Is het potlood voorzien van een klein streepje dan wordt exact één van deze richtingen gevolgd. Uitgebreide uitleg over de mogelijk is te lezen in werken met tijdelijke hulplijnen en -punten.

    .
  2. Pet Palette
    Indien gekozen is voor een kettingvorm of vrije vorm, dan komt automatisch het petpalet in beeld en kan er gekozen worden voor een recht lijnstuk of voor 4 verschillende constructievormen voor een gebogen lijnstuk (raaklijn evenwijdig aan het voorgaande lijnstuk, zelf een raaklijn tekenen, 3 puntsmethode of het aangeven van het hart van de cirkel)

  3. Tracker
    In de tracker kunnen numeriek de afmetingen worden opgegeven door cijfers in te voeren. De cijfers komen terecht in de vetgedrukte regel. Met de TAB-toets  of de beginletter op het toetsenbord kan naar de volgende regel in de Tracker worden geschakeld.

  4. Statusbar
    Linksonder in het scherm staat de Statusbar. Hierin geeft Archicad aan wat de volgende handeling is die gedaan moet worden. 

Bij gesloten vormen wordt het commando automatisch afgesloten. Bij een kettinglijn kan afgesloten worden door nog een keer op het laatste punt te klikken. 
Na het afronden van de tekenactie kan direct doorgegaan worden met het tekenen van een volgend element. 
Het is geen commando om maar één element te tekenen! De laatst gekozen geometriemethode blijft actief.

5. Puntcorrectie tijdens het tekenen

  1. 1 stapje terug = BACKSPACE
  2. Alles afbreken = ESC (1x!)
Door op de ESC-toets te drukken wordt er uiteindelijk teruggegaan naar het pijl-gereedschap. Mocht een gereedschap geactiveerd zijn, een marquee geplaatst en de tracker actief zijn, dan is:
  1. 1x ESC: uit numerieke invoer Tracker 
  2. 2x ESC: verwijderen Snap References
  3. 3x ESC: uit tekenmodus
  4. 4x ESC: verwijderen marquee
  5. 5x ESC: van actief naar pijl-gereedschap




    • Related Articles

    • Archicad basiscursus met cursusleider

      De Archicad basiscursus is 'on-line' te volgen, vanuit huis of kantoor. In kleine groepen (maximaal 8 personen) geeft een ervaren Archicad-docent duidelijk uitleg in een vlot tempo. Tijdens de oefeningen is er ruimte voor individuele aandacht, zodat ...
    • Attributen - Building Materials

      Bouwmaterialen in Archicad Gebouwen worden opgetrokken uit bouwmaterialen zoals steen, staal, hout en beton. In Archicad worden gebouwelementen ook gemodelleerd met bouwmaterialen, de zogenaamde 'Building Materials'. De Building Materials fungeren in ...
    • Verbindingen tussen bouwkundige elementen

      In Archicad kunnen de bouwkundige elementen als wanden, balken, kolommen, vloeren en daken met elkaar verbonden worden. Met gebruik van de goede instellingen en door het gebouw op de juiste manier te modelleren gebeurt dit bijna automatisch op de ...
    • Attributen en de Attributen beheren

      Element Attributes Bij het instellen van de gereedschappen (Tool Settings), of het nu wanden, daken, vloeren, lijnen of arceringen zijn, verschijnen er verschillende keuzelijsten voor het bepalen van de eigenschappen van het element: Lijnen Pen ...
    • Tekenen in 3D: 3D guidelines en 3D editing plane

      Hulpmiddelen tijdens het tekenen in 3D Om nauwkeurig te tekenen beschikt Archicad over een aantal hulpmiddelen die kunnen worden ingezet om een punt, vlak en/ of richting te vinden. Dit artikel gaat over de verschillende hulpmiddelen tijdens het ...