(Bureau-) template omzetten naar een volgende versie
Archicad 28 en de Global Library
Vanaf Archicad 28 is het bibliotheekbeheer aanzienlijk veranderd. Dit heeft flinke implicaties voor template-, project- en bibliotheekmigratie.
Advies: Rond lopende projecten af met de oude, monolithische 27 bibliotheek.
Tot en met Archicad 27
In dit artikel wordt beschreven hoe een Archicad 26 template omgezet kan worden naar Archicad 27.
De cursusmodule - Bureaustandaard maken geeft veel informatie over de werkwijze waarop een template gemaakt wordt. Deze gratis cursus is voor degene binnen het kantoor die verantwoordelijk is voor de standaarden. Archief
Template omzetten of een nieuwe maken?
Maak voor de migratie een keuze:
- Een nieuwe bureautemplate opzetten op basis van de meegeleverde Archicad 28 NL/BE (KME) template
Kies voor deze optie als: - Weinig aanpassingen gedaan zijn in de met een eerdere versie meegeleverde template (alleen eigen bureaustempel op Master Layout, papierformaten en enkele andere kleine wijzigingen)
- De template uit een eerdere versie dan Archicad 27 komt, want dan moet het migratieproces naar deze eerdere versie ook gedaan worden
- De bestaande bureautemplate overzetten naar Archicad 28
Overweeg deze optie als: - Veel eigen instellingen in de template gemaakt zijn.
Voor optie A kunnen eventueel onderdelen uit de huidige template met ‘Copy and Paste’ of via de export en import mogelijkheden van Archicad overgezet worden. Lees dan ook:
- De codering in de Archicad template
- Zelf een bureautemplate maken
Houd de wijzigingen in een document bij, zodat wijzigingen en aanvullingen later makkelijker aan collega’s uit te leggen zijn en eventuele fouten makkelijker op te sporen zijn.
Migratiestappen in het kort
1. Maak als voorzorgsmaatregel een back-up bestand aan:
- Open het project in de Archicad versie waarin deze aangemaakt is
- Ga naar File > Save As...
- Kies het bestandsformaat 'Archicad project Template *.tpl'
- Sla de template (.tpl) op met als toevoeging het versienummer
2. Open de template in de nieuwste versie van Archicad
- Start de nieuwste versie van Archicad
- Open de template via File > Open > Open
Indien in het bestand de standaard Archicad bibliotheek is gelinkt (niet de KME bibliotheek) verschijnt tijdens het openen onderstaand dialoogvenster.
- Het is hier aan te raden om te kiezen voor 'Skip Library Migration'.
Zie voor meer informatie hierover het artikel: Bibliotheekmigratie naar een volgende versie.
3. De juiste bibliotheek laden
Wanneer een Archicad project uit een voorafgaande versie in een nieuwe Archicad versie geopend wordt, laadt Archicad nog altijd de ‘oude’ bibliothe(e)k(en). Op deze manier kan er direct verder gewerkt worden, maar kan er geen gebruik gemaakt worden van de nieuwe en verbeterde objecten.
Het is aan te raden om de bibliotheken te vervangen naar degene behorende bij de laatste versie:
Mochten er, nadat de bij de versie behorende bibliotheek aan het project gehangen is, nog missende objecten zijn uit oudere Archicad versies dan kunnen er migratie subsets aan de template/ project gehangen worden. Deze zijn in de Archicad programmamap te vinden. Zie voor de stappen het artikel:
Bibliotheekmigratie naar een volgende versie en dan het onderdeel 'Laden van een migratiebibliotheek'.
4. Opslaan in Archicad
Sla tijdens het werken de template met regelmaat op.
Klik na elke afgeronde stap, tijdens de template migratie op ‘Save’. Als er iets mis gaat bij een volgende stap kan de template zonder op te slaan (!) afgesloten worden.
Alle reeds gemaakte wijzigingen zijn bewaard gebleven
Mocht bijvoorbeeld een template bestand uit Archicad 25 omgezet worden naar Archicad 27. Bekijk dan in bovenstaand artikel ook de links die de verschillen aanduiden tussen Archicad 25 en 26.
Open naast de template een 2e Archicad sessie als testbestand, zodat er direct na het testen de wijzigingen doorgevoerd kunnen worden in de template.
Algemene aandachtspunten
Attributen
Attributen kunnen binnengehaald worden met de Attribute manager (
Options > Element attributes... > Attribute Manager...). Zie voor meer informatie het artikel:
Attributen en de Attribute Manager.
Voor bijna alle attributen is in de template een ‘grensattribuut’ aangemaakt met als doel een scheiding aan te brengen tussen de meegeleverde attributen en de eigen attributen. Op die manier kunnen later eenvoudig aanpassingen uit de toekomstige standaardtemplates worden overgenomen, zonder het risico eigen (al bestaande) attributen te overschrijven.
Bij het importeren van Attributen (zoals Surfaces, Building Materials, Complex Profiles etc.) via de Attribute Manager staan standaard de overige gekoppelde attributen aan. Zet het vinkje uit als de betreffende, gekoppelde Fill of Surface in de template al aanwezig is om dubbele attributen te voorkomen.
De meeste wijzigingen in de attributen kunnen doorgevoerd worden via de Attribute Manager
Mocht een in-gebruik-zijnd attribuut verwijderd moeten worden, bijvoorbeeld een lijntype, gebruik dan de ‘Delete’ functie voor het betreffende attribuut.
Dan kan voor het vervangen van een attribuut gekozen worden voor ‘Delete and Replace with:’.
Favorieten
Favorieten gebaseerd op Archicad 27 standaardelementen blijven bruikbaar. Door wijzigingen in andere (bureau)bibliotheken kunnen bestaande Favorieten onbruikbaar worden. Deze verwijzen dan naar niet geladen bibliotheken. Onbruikbare Favorieten worden met een vraagteken weergegeven in de Favorietenlijst. Controleer in Archicad 27 de Favorietenlijst (Window > Palettes > Favorites).
- Laad de juiste bibliotheken in de Library Manager
- Maak een nieuwe Favoriet aan uit (nieuwe) standaardelementen
Of
- Plaats de Favoriet vanuit Archicad 27 in de template, wijs vanuit Archicad 27 dit element opnieuw toe aan een bibliotheek en sla het opnieuw op als Favoriet.
Testen
Test de nieuwe template door er een nieuw project mee op te zetten. Maak een eenvoudig model en loop alle wijzigingen na.
Hieronder staat een lijst van belangrijke onderdelen die nagelopen moeten worden.
- Controleer de Attributenlijst op volledigheid van attributen en juiste indexering
- Controleer de Tool Defaults op juiste instellingen en eventuele missende attributen
- Controleer (algemene) instellingen zoals:
- Project Preferences
- Model View Options
- IFC Translators
- IFC Property mapping
- Element Transfer Settings
- Graphic Override Combinations
- Schedules
- Test de kwaliteit van de renderingen
- Controleer aanwezigheid van de juiste modelinformatie; Views, Layouts en Publisher Sets in de Navigator
- Controleer de juiste instelling van filters in de Views
Voer de tests nooit uit in het template bestand zelf. De template kan vervuild raken door instellingen die tijdens het modelleren (testen) gekozen worden.