Een projectonderdeel dat meerdere keren in een project voorkomt, of dat in meerdere projecten voorkomt, wordt opgeslagen als een Archicad project- of modulebestand en wordt door middel van een Hotlink zo vaak als nodig geplaatst en eventueel geroteerd of gespiegeld.
In dit artikel wordt de basis uitgelegd hoe in Archicad projecten en projectonderdelen aan elkaar kunnen worden gekoppeld zodat de wijzigingen in één projectonderdeel automatisch worden aangepast in het hele project. Bijvoorbeeld een appartementtype in een appartementen complex, een woningtype in een wijk, een bestaand gebouw in verschillende ontwerpvarianten, enzovoort.
Wat is een Hotlink?
Een Hotlink is een link in een Archicad project naar een ander extern Archicad bestand. Dit kan een Archicad projectbestand zijn (*.pln), een Teamwork bestand of een modulebestand (*.mod). Bijvoorbeeld een link naar een bestand met een indeling van een hotelkamer of appartementencomplex.
Wat is een modulebestand?
Een modulebestand (*.mod):
Is een vereenvoudigd Archicad bestand In het modulebestand wordt alleen de informatie die op de verdiepingen staat opgeslagen met alleen de daadwerkelijk gebruikte attributen: de gebruikte lagen, de composites, de lijntypen, enzovoort. Er worden dus geen gevels, doorsnedes en lay-outs opgeslagen.
Heeft een significant kleinere bestandsgrootte dan een Archicad projectbestand (*.pln).
Kan meerdere verdiepingen bevatten
Is meestal een onderdeel van een project dat herhaaldelijk terug komt Een soort bibliotheekelement waarbij de losse onderdelen hun intelligentie behouden. Bijvoorbeeld een wand blijft een wand en zal nog steeds aansluiten op andere wanden.
Waaraan is een Hotlink in een Archicad project te herkennen?
Wanneer een element in het hoofdproject geselecteerd wordt, is aan de vierkante selectiepunten zien dat het element onderdeel is van een Hotlinked Module (HLM). De selectiepunten zijn licht van kleur als slechts een deel van de module is geselecteerd en donkergekleurd als de gehele module is geselecteerd. Wanneer Suspend Groups UIT staat, wordt de Hotlink in één keer in zijn geheel geselecteerd alsof het een groep is. Daarnaast staat in de pop-up met elementinformatie (als het Pijlgereedschap actief is, of de shift-toets is ingedrukt) bovenin de naam van de Hotlinked Module.
Het aanmaken van een modulebestand
Let er bij het maken van een modulebestand op, dat alleen datgene in de module is opgeslagen, dat daadwerkelijk herhaald wordt. De uitzonderingselementen kunnen los toegevoegd worden, zoals de woningscheidende wanden en eindwanden. Er hoeft voor 'kopappartementen' dan geen aparte module gemaakt te worden, als op de eindwand na alles hetzelfde is.
Nieuw bestand opslaan als module
Een nieuw Archicad bestand kan direct worden opgeslagen als modulebestand in plaats van een projectbestand.
Start een nieuw project en teken het projectonderdeel.
Ga naar het menu File / Save as….
Kies bij Opslaan als type: voor Module File (*.mod).
Wordt in de module alleen de begane grond gebruikt, verwijder dan de niet gebruikte verdiepingen om het later plaatsen van de module te vereenvoudigen. Bij het plaatsen van de module vraagt Archicad dan niet met welke verdieping de verdiepingen van de module moeten corresponderen.
In dit Modulebestand kunnen wel doorsneden en aanzichten aangemaakt worden, waarin het model bekeken en aangepast kan worden, maar extra toegevoegde informatie in deze vensters wordt niet opgeslagen!
Volledig uitgewerkte woningtypen hoeven niet apart als module opgeslagen te worden om te kunnen dienen als hotlink in een overzichtstekening. Er kan ook een hotlink naar het *.pln bestand gelegd worden.
Selectie opslaan als module
U kunt ook een reeds getekend onderdeel vanuit een Archicad bestand (*pln) direct opslaan als modulebestand waarbij de in de plattegrond geselecteerde elementen direct in een Hotlink naar deze module worden omgezet.
Selecteer de gewenste elementen
Ga naar File / External Content / Save Selection as Module….
In dit venster staat een belangrijke optie: Replace selection with this hotlinked module file.
Als deze optie is aangevinkt, wordt de selectie direct vervangen door een Hotlink naar deze module.
Deze methode zal het vaakst voorkomen voor het maken van een eerste module.
Varianten maken van een module
Varianten op een bestaande module (bijvoorbeeld een andere indeling van de hotelkamer) kunnen het best gemaakt worden door de bestaande module te openen, te wijzigen en onder een andere naam op te slaan.
Ga naar File > Open…, open de bestaande module (let op het bestandsformaat: All files *.* of Module file *.mod)
Ga naar File > Save as… en sla de module direct op onder een andere naam, ook als modulebestand
Wijzig de module naar wens
Kies weer voor Save
Het voordeel van deze methode is dat de varianten eenzelfde nulpunt hebben. Wanneer een tweede variant ook vanuit het hoofdbestand aangemaakt wordt door middel van de optie Save Selection as Module… is de kans groot dat deze variant op een andere plek in het hoofdbestand is aangemaakt en daardoor een ander nulpunt (invoegpunt) heeft. Daardoor zouden de varianten niet meer straffeloos uitwisselbaar zijn met de optie (Change Hotlink…, zie Hotlink Manager)
Het plaatsen van een Hotlink
Het linken van een bestaande module of bestaand project
Een Hotlink naar een bestaand module- of projectbestand wordt als volgt geplaatst:
Kies File > External Content > Place Hotlinked Module….
Kies de (master)laag waarop de hotlink wordt geplaatst Dit geeft later de mogelijkheid om in het project de Hotlinked Module in zijn geheel te verbergen door deze laag te verbergen. Uiteraard hebben de elementen ook nog een individuele laag, waardoor ook slechts een deel van de Hotlinked Module verborgen kan worden.
Kies 'Select Module', dan 'New Module... from File' en zoek het bestand op
Selecteer de gewenste verdiepingen Wanneer de module uit meerdere verdiepingen bestaat, moet worden aangegeven of de Hotlink naar alle verdiepingen of naar één verdieping van het bestand gelegd moet worden. Bij het selecteren van de module verschijnt direct een pop-up menu Choose Story. Bij het aanvinken van de optie Single Story moet worden aangegeven welke verdieping gelinkt moet worden.
Klik op 'Select'
Kies 'Place Module'
Als de hotlink meerdere verdiepingen bevat, vraagt Archicad welke verdieping van de hotlink op de, op dat moment zichtbare, verdieping moet worden geplaatst.
Voor externe bestanden die meerdere verdiepingen bevatten: Zorg ervoor dat alle verdiepingen al in het hoofdproject zijn aangemaakt en houd rekening met de verdiepingshoogten. De verdiepingen van het externe (hotlink)bestand worden op dezelfde niveaus geplaatst als de niveaus van het hoofdbestand. Dit kan betekenen dan een gebouw in elkaar zakt of uitgerekt wordt waardoor er bijvoorbeeld verdiepingen gaan ‘zweven’. Indien dit niet gewenst is moeten er aparte Hotlinks per verdieping aangemaakt worden, via de Single Story Mode. De Hotlinks kunnen vervolgens verhoogd of verlaagd worden (Edit / Move/ Elevate…). In Archicad 17 en latere versies kan in de Hotlinked Module Settings ervoor gekozen worden de hoogte van elementen aan te passen die aan de verdiepingshoogte gekoppeld zijn (Link to Story).
Automatische Hotlink
Als een module vanuit het project is opgeslagen met Save Selection as Module… en de optie Replace selection with this hotlinked module file is aangevinkt, dan is de eerste Hotlink al geplaatst.
Hotlinked modules zijn te kopiëren, verplaatsen, spiegelen en roteren als elk ander element.
Lees meer over het spiegelen van modules in de paragraaf Gespiegelde Hotlinks voor belangrijke tips.
Let er op dat Suspend Groups UIT staat, zodat de Hotlink in één keer geselecteerd wordt en verplaatst en/of gekopieerd kan worden.
Gespiegelde Hotlinks
Eén module voor gespiegelde gebouwdelen en woningtypen:
Voordelen: Wijzigingen hoeven maar in een module bestand te worden verwerkt
Nadelen:
Teksten van gespiegelde objecten worden niet altijd naar wens weergegeven
Wanneer er gewerkt wordt met één module, waarvan een kopie gespiegeld wordt in het hoofdbestand, raadpleeg dan de werkmethodiek voor gespiegelde kozijnmerken in dit artikel: Raam- en deurmerken aangeven in gespiegelde modules.
Een aparte module voor normale en gespiegelde gebouwdelen en woningtypen:
Wanneer modules gespiegeld en normaal geplaatst moeten worden kan er gekozen worden om een aparte module aan te maken voor de gespiegelde versie.
Open het betreffende modulebestand.
Sla het op onder dezelfde naam met als toevoeging –sp in de naam.
Selecteer alles en spiegel alles om het 0 punt. Sla het opnieuw op.
Plaats in het moederbestand naar wens de normale en gespiegelde versie van de modules.
Latere wijzigingen dienen in principe in beide bestanden doorgevoerd te worden. Bij grote wijzigingen is het makkelijker om het gespiegelde bestand te overschrijven door het origineel en het weer om hetzelfde punt te spiegelen.
Voordelen: Tekst van gespiegelde objecten worden correct weergegeven
Nadelen:
Wijzigingen dienen in beide bestanden doorgevoerd te worden.
Bij grote wijzigingen is het makkelijker om het gespiegelde bestand te overschrijven door het origineel en het weer om hetzelfde punt te spiegelen.
Volg voor een kloppend overzicht van de gespiegelde ramen- en deuren de werkwijze voor de ramen- en deurenstaat.
De Hotlink Manager en geneste Hotlinks
In de Hotlink manager is een overzicht te zien van de geplaatste Hotlinks.
Wanneer er aan de linkerzijde een Hotlink wordt aangeklikt, wordt er aan de rechterzijde informatie over de Hotlink getoond, zoals het aantal in het project geplaatste Hotlinks (Instances); waar het bestand staat en wanneer het voor het laatst gewijzigd is. Tevens is de status van de Hotlinks zichtbaar en kunnen eventuele verouderde Hotlinks worden ververst (Update). Wanneer Archicad de link kwijt is, kan er in de Hotlink Manager een nieuwe link aangemaakt worden met Relink… .
Het externe bestand waarnaar gelinkt is, kan zelf ook een Hotlink bevatten. Dit noemen we geneste modules. Bijvoorbeeld: in een hotel zijn er 2 soorten kamers die beiden dezelfde badkamer bevatten. Kamertype 1 heeft dan een link naar de badkamer module, maar kamertype 2 ook. Wanneer de badkamer module gewijzigd wordt. Wordt deze automatisch in beide kamers in het hele hotel gewijzigd. Een geneste Hotlink kan niet vanuit het hoofdbestand opnieuw ‘Relinked’ of verbroken worden. Geneste modules kunnen wel allemaal verborgen worden door de optie Skip Nested Modules aan te vinken. Dit is bijvoorbeeld handig als er een overzichtstekening gemaakt wordt en niet alle indelingen hoeven zichtbaar te zijn.
Vanuit de Hotlink manager, kunnen de verschillende modules ook direct geopend worden met de knop Open in Seperate Archicad (er wordt dan elke keer een nieuwe Archicad sessie geopend).
Aanpassen en updaten van een Hotlinked Module
Aanpassen in het externe bestand
Een *.pln bestand kan uiteraard direct worden geopend, aangepast en opgeslagen.
Maar ook een modulebestand (*.mod) kan direct geopend en bewerkt worden. Voor het aanpassen van geneste modules is dit zelfs de enige methode.
Open het bestand in Archicad via File > Open… (bestandstype Module File (*.mod)) of selecteer de module in Archicad (let op: Suspend Groups knop staat uit) en kies via de rechter muisknop voor Edit this Module in separate Archicad,
Pas de module aan en sla het bestand op.
Bij het opnieuw openen van het hoofdbestand waarin de Hotlinks staan, vraagt Archicad of de Hotlinks geüpdatet moeten worden. Is het hoofdbestand nog geopend, dan kunnen onder het menu File > External Content > Hotlink Manager…, of onder de rechter muisknop, met Update Hotlink de Hotlinks geüpdatet worden. Ook bij het afsluiten of wanneer het bestand opgeslagen wordt, wordt gevraagd of de modules geüpdatet moeten worden.
Modules werken op een speciale manier met attributen. Ze kunnen de attributen van het hoofdbestand overnemen. Lees voor het wijzigingen of aanmaken van attributen in het modulebestand eerst het artikel Modulebestanden en attributen.
Aanpassen in het hoofdproject waarin de Hotlinked module is geplaatst (alleen voor niet geneste modulebestanden)
Om een gehotlinkte module IN het project te kunnen bewerken moet eerst de link verbroken worden. Na het bewerken kunnen de elementen weer opgeslagen worden onder dezelfde modulenaam, waardoor de oude module overschreven wordt.
Selecteer de Hotlinked module in het project.
Kies in het rechter muismenu of in het menu File > External Content > voor de optie Break Hotlink (Embed Elements).
Pas de elementen van de module aan.
Selecteer alle elementen die bij de gewijzigde module behoren.
Sla de module op onder dezelfde naam via File > External Content > Save Selection as Module….
Zet de optie 'Apply offset/rotation of most recently broken hotlinked module' ALTIJD aan.
Indien het vinkje uit staat, en niet de link naar de originele module verbroken is maar een andere, dan zullen alle geplaatste modules verplaatst worden, en/of gespiegeld, en/of geroteerd.
De laatst verbroken module wordt dan automatisch correct overschreven; de juiste naam verschijnt en er wordt rekening gehouden met het eventuele spiegelen, roteren en verslepen van de verbroken module ten opzichte van de originele module.
Wanneer alle modules versprongen zijn omdat het vinkje vergeten is bij het opnieuw opslaan van de module, probeer dan te achterhalen hoe groot de verplaatsing en/of rotatie is en of de module is gespiegeld. Open vervolgens de module en plaats, roteer en/of spiegel de module terug naar de oorspronkelijke plek. Open of update het hoofdproject. Alle modules zullen weer op de juiste plaats staan. Controleer ook of de laatst verbroken hotlink nog op de juiste plaats staat.
Vergeet niet, voor het opnieuw opslaan van de module, om alle lagen aan te zetten en alle originele elementen te selecteren! Maak hier eventueel een speciale lagencombinatie voor aan, zodat er geen elementen vergeten kunnen worden.
Hotlinks kunnen ook verbroken worden in het venster van de Hotlink Manager. Maar hiermee worden ALLE geplaatste hotlinks met dezelfde naam verbroken, niet alleen de geselecteerde!
Wanneer er met geneste modules gewerkt wordt, kunnen de modules niet meer vanuit het hoofdbestand gewijzigd worden. Bij het verbreken van de Hotlink wordt namelijk ook de geneste Hotlink verbroken.
Voor- en nadelen methoden van aanpassen
Aanpassen in modulebestand
Aanpassen in hoofdproject
Omgeving van de module is zichtbaar.
Nee
Ja
De nieuwe attributen in het hoofdproject zijn direct beschikbaar in de module.
Nee
Ja
Alle onderdelen worden automatisch meegenomen bij het opnieuw opslaan van de module.
Ja
Nee
Modules blijven altijd op de juiste plaats in het project staan en kunnen niet verspringen door het vergeten van een vinkje bij het opslaan.
Ja
Nee
Er kan met meerdere gebruikers samengewerkt worden zonder Teamwork.
Ja
Nee
Er kan met geneste modules gewerkt worden.
Ja
Nee
Het aanpassen van een module door het bestand te openen in Archicad is veiliger, zeker als er met meerdere gebruikers samengewerkt wordt en er meer fouten gemaakt kunnen worden omdat modules van anderen gewijzigd moeten worden.
Het enige waar men zich bij deze methode bewust van moet zijn is het omgaan met de attributen, om dubbele attributen te voorkomen.
Het ontbreken van de omgeving kan worden gecompenseerd door enkele elementen uit het project te kopiëren en te plakken in de module. Na het wijzigen moeten de geplakte elementen dan weer verwijderd worden.
Het aanpassen van de module door deze te wijzigen in het hoofdproject heeft als grote voordeel dat de omgeving zichtbaar blijft en dat er zeker geen dubbele attributen worden aangemaakt, maar kan niet gebruikt worden als er met geneste modules is gewerkt.
Een methode om de voordelen van beide methoden zoveel mogelijk te combineren is de ‘In Place Editing’ – methode. Deze methode staat uitgelegd in het artikel Werkmethodiek: Hotlinked Modules met In Place Edting.
Projectbestand of modulebestand als Hotlink?
Als het projectonderdeel alleen maar een groep elementen is die meerdere keren geplaatst moeten worden, kan het projectonderdeel het beste als modulebestand worden opgeslagen, omdat de bestandsgrootte kleiner is en er minder kans is op vervuiling van het hoofdbestand.
Als het projectonderdeel een op zichzelf staand projectonderdeel is, waarvan ook doorsneden, gevels en/of lay-outs gemaakt moeten worden, moet het als een Archicad projectbestand (*.pln) worden opgeslagen.
Voorbeelden: uitgewerkte woningtype, uitgewerkte verdieping van een groot complex dat apart op layouts wordt gezet.
Het is ook mogelijk om een combinatie van beiden te gebruiken.
Voorbeeld: Een woningtype is volledig uitgewerkt als Archicad bestand inclusief doorsneden, gevels en lay-outs, waarin ook informatie staat die in het hoofdproject eigenlijk niet zichtbaar hoeft te zijn, zoals interieur- of detailinformatie.
In het hoofdproject / overzichtsproject kan er een Hotlink gemaakt worden direct naar het *.pln bestand van de woning, waardoor het bestand erg zwaar kan worden. Dan kan er ook voor gekozen worden om vanuit het projectbestand van het woningtype per verdieping een modulebestand aan te maken van alleen de benodigde informatie voor het hoofdproject en vervolgens deze modules in het hoofdproject te hotlinken. Wanneer het woningtype gewijzigd is dienen deze modules overschreven te worden. De modulebestanden worden dus nooit direct geopend en aangepast, maar alleen als tussenbestand gebruikt, speciaal voor het lichter maken van het hoofdbestand. Het overschrijven van de modules kan met behulp van een speciale lagencombinatie, waarin alleen de benodigde lagen voor het hoofdproject aan staan, snel en foutloos gebeuren.
Als er veel wijzigingen aan modules doorgevoerd moeten worden, maak dan een Publisher Set voor aan en kies als bestandsformaat Module File (*.mod). Hiermee is het ook mogelijk meerdere verdiepingen als module op te slaan.
Hotlinks zonder externe bestanden
Het is ook mogelijk een projectbestand (*.pln) aan zich zelf te koppelen. Bij deze methode worden de modules op aparte verdiepingen onder het gebouw gemodelleerd. Vervolgens worden enkele verdiepingen in hetzelfde bestand als module geplaatst als Single Story Modules.
Voordeel van deze methode is dat in één bestand met zichtbare context doorgewerkt kan worden en dat er voor het beheren van attributen en bibliotheken geen extra handelingen nodig zijn.
Indien in het project met behulp van schedules hoeveelheden berekend moeten worden zullen ook de verdiepingen waarop de modules staan meeberekend worden. De hoeveelheden zijn dan niet correct. Sluit de extra moduleverdiepingen onder het gebouw daarom uit van de berekeningen via de Scheme Settings.
Zelfgemaakte bibliotheekelementen en Hotlinks
Indien er projectspecifieke bibliotheekelementen aangemaakt worden, kunnen deze bij het werken met Hotlinked modules, niet in de embedded bibliotheek opgeslagen worden. Deze elementen moeten in een losse projectbibliotheek worden opgeslagen om deze beschikbaar te maken voor zowel de module als ook het hoofdbestand. Lees meer hierover in het artikel Hotlinks en projectbibliotheken.
Bij het omzetten van projecten en templates zijn enkele stappen benodigd om volledig van de nieuwe functies in de nieuwe versie gebruik te kunnen maken. In dit artikel wordt beschreven hoe Archicad projecten omgezet kunnen worden naar een volgende ...
Er kan op verschillende manieren met Hotlink Modules worden gewerkt. Bij deze methode worden alle modules vanuit hetzelfde bestand als het hoofdmodel gemaakt. Elementen worden handmatig geselecteerd of met een Marquee en vervolgens als extern module ...
Dit artikel is vervangen door de volgende artikelen: Maken van Modules Plaatsen van Modules Beheren van Modules In alle projecten komen verzamelingen van elementen voor, die projectonafhankelijk zijn en in verschillende projecten herhaaldelijk ...
Dit artikel is vervangen door Hotlinked Modules met 'IJsberg methode' Er zijn verschillende methoden om met Hotlinked Modules om te gaan zonder steeds verschillende bestanden te moeten openen. Groot voordeel is ook dat alle attributen in hetzelfde ...
Let op: Sinds Archicad 22 wordt de BIM EcoQuaestor niet meer uitgebracht. De rekenmethoden voor de milieukosten zijn niet gecertificeerd voor toepassing van de omgevingsvergunning, waardoor verdere ontwikkeling niet interessant blijkt. Voor het ...