Indien bij de modelcontrole aan te passen elementen gevonden worden, kunnen vanuit deze pakketten issues aangemaakt worden die in Archicad ingelezen kunnen worden om daarna het model aan te passen. Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van de BCF Manager (gratis) die voor diverse software pakketten beschikbaar is.
5.4.2.7 Sparingen en openingen
Tekst Hulpfiche:
Gebruik sparingscomponenten zodat sparingen telbaar zouden zijn en beheerd kunnen worden.
IFC: Exporteer naar de entiteit IfcBuildingElementProxy, met ObjectType = “ProvisionForVoid” .
In de KM bibliotheek van Archicad zijn hiervoor speciale elementen en favorieten opgenomen:
- Sparing recht horizontaal USO
- Sparing recht verticaal USO
- Sparing rond horizontaal USO
- Sparing rond verticaal USO
Plaats deze elementen op een aparte laag (30 Sparingen), zodat ze later ook eenvoudig apart te exporteren zijn. In de template is hiervoor reeds een view opgenomen: HF-2.7 Model Sparingen.
Controle kan gedaan worden met dit model en met de Schedule ‘HF-2.7 Sparingen en openingen’
5.4.2.8 Toestand van elementen
Tekst Hulpfiche:
Maak afspraken over het toewijzen van verschillende toestanden (nieuwe toestand, bestaande toestand, afbraak ...) aan elementen.
IFC: Exporteer naar de eigenschap Status bij de Property Set van de entiteit.
Moet er ook andere toestanden, bijvoorbeeld fasering, aangebracht worden, dan kan gebruik gemaakt worden van de properties. In de template zijn hier al voorbeelden voor opgenomen. Lees 'T&T 105: Gebruikmaken van Archicad Properties’ voor meer informatie hierover.
5.4.2.9 Indicatieve elementen (‘dummy’)
Tekst Hulpfiche:
Maak afspraken rond de aanduiding van indicatieve elementen (dummy-elementen).
Dit item is gerelateerd aan ‘5.4.1.6 Opdelingsstrategie’.
Indien het gewenst is om elementen als ‘Dummy’ aan te duiden, dan kan hiervoor gebruik gemaakt worden van Archicad properties. Vanaf de Archicad 22 KeyMember Editie BE template r3 is hiervoor een Archicad property opgenomen.
Ter controle van deze ‘Dummies’ is een Graphic Override Combination opgenomen die is gekoppeld aan de View: HF-2.9 Indicatieve elementen, waarin de status visueel zichtbaar wordt.
In de praktijk is het niet altijd zo dat slechts één partij compleet verantwoordelijk is voor een element. Beter is dan in het BIM-uitvoeringsplan af te spreken welk model voor welk aspect leidend is en/of welk ontwerpmodel voor de uitvoerende partijen als referentie gebruikt kan worden.
Bijvoorbeeld bij prefab betonwanden: de ingenieur stabiliteit zal verantwoordelijk zijn voor de het constructieve deel, de architect kan verantwoordelijk zijn voor de vorm of locatie namens de opdrachtgever die bepaalde eisen stelt aan de afwerking. De kracht van BIM-modellen is dat wanneer alle betrokken partijen deze elementen in hun model opnemen, er via controle software automatisch verschillen gevonden kunnen worden, waarvoor dan een oplossing gezocht kan worden. Met het uitsluiten van Dummy Elementen bij deze controles ontbreekt deze kracht. Indien de fabrikant van de prefab betonwanden ook een BIM-model maakt, moet afgesproken worden welk model voor hem leidend is. Het is evident dat het stabiliteitsmodel wordt gebruikt in dit voorbeeld.
5.4.3.1 Identificatie van elementen
Tekst Hulpfiche:
Gebruik een gemeenschappelijk classificatiesysteem, naamgeving en/of nummering en het juiste type voor elementen. IFC: Maak gebruik van correcte Attributes, Property Sets en Classification.
In Archicad zijn een aantal Classificatiesystemen opgenomen, waarvoor ook de benodigde IFC-translators zijn opgenomen. Dit zijn:
- Archicad Classification - NED 2.0
- BB/SfB (3/4 cijfers) - 1990
- VMSW - 2015
Het toevoegen van andere Classificaties is mogelijk via het menu ‘Options > Classification Manager…’. Advies is daarnaast altijd de ‘ Archicad Classification - NED 2.0’ te gebruiken, zodat voor de export naar IFC niet een extra mapping tabel (Waarin de onderdelen van de Archicad-classificatie gekoppeld worden aan een IFC-classificatie) gemaakt hoeft te worden. Is dit toch de bedoeling, lees dan meer informatie hierover in ’
T&T 096: Het aanmaken en instellen van een IFC Translator’.
Indien ook een nummering per (gelijk) element gewenst is, kan hiervoor het ID gebruikt worden.
In de template zijn hiervoor de volgende hulpmiddelen opgenomen:
- Alle Tools en favorieten hebben een basis ID in de vorm van ‘Element type - x’. Is dit niet de gewenste benaming, pas deze dan in de template en/of favorieten aan. De waarde ‘x’ kan het best pas aangepast worden als dit relevant wordt.
Archicad kan elementen ook automatisch doornummeren door de ‘x’ te vervangen door een getal, bijvoorbeeld ‘001’. Echter zal hierin door verwijderen en kopiëren in de ontwerpfase vervuiling optreden: dubbelingen en ontbrekende waarden. Beter is dit later te doen met onderstaande werkmethoden uit de template.
- Werkmethodiek voor de ramen- en deurenstaten om gelijke ramen en deuren eenzelfde ID te kunnen geven. Deze methodiek staat verder uitgelegd in ’T&T 043: Ramen- en deurenstaten maken (met KeyMember Editie)’.
- De Schedules HF-3.1 - Naamgeving controleert de namen van de elementen. De naam (het ID) van de elementen is door middel van automatische Mapping gekoppeld aan de IFC parameter IfcName (kolom Naam in IFC). Naast het ID wordt in de naam de Element Classificatie en de lagencodering meegenomen. De naamgeving conform de Hulpfiche werkt op basis van de meegeleverde HF Scheme. Deze scheme moet tijdens het werken in de Schedules en tijdens de export geladen zijn.
Omdat de naamgeving van ramen en deuren gekoppeld is aan de laag van de wanden dient de codering hierin handmatig aangepast te worden in de kolom ‘HF-3.1 Naam in IFC’. De ramen en deuren vormen een uitzondering bij het aanpassen in deze kolom. Voor alle andere elementen geldt dat de laag waarin het element staat aangepast moet worden.
Zet ‘Merge Uniform’ Items UIT wanneer voor elk element een uniek ID wordt gekozen. Het gebruik van de in het menu Document te vinden ‘Element ID manager’ is dan een goed alternatief.
5.4.3.2 Materiaal
Tekst Hulpfiche:
Voorzie de elementen van een materiaalbeschrijving.
IFC: Exporteer naar equivalente entiteiten zoals IfcMaterial, IfcMaterialLayer, IfcMaterialList ...
Archicad maakt gebruik van Building Materials voor de meeste 3D elementen. Voor bibliotheekobjecten zoals ramen, deuren en dergelijke gebeurt dit op basis van de arceringen (Fills).
Materialisatie van ramen, deuren
De Schedules ‘HF-3.2 Materiaal deuren’ en ‘HF-3.2 Materiaal ramen’ lijst alle materialen van ramen en deuren op. De hier getoonde benamingen van de gebruikte Fills worden in IFC als materiaalnaam gebruikt maar dan zonder Archicad cijfercodering.
In de bijbehorende HF Scheme is reeds een Mapping voorbereid die deze benamingen juist omzet. Hiervoor zijn geen extra handelingen nodig. Na de export is de materialisering van alle onderdelen in het IFC model onder de Property Set Material te vinden.
Bij ramen en deuren worden ook de arceringen van aanvullende elementen zoals zonwering en lateien mee geëxporteerd naar IFC, ongeacht of deze wel of niet gebruikt worden. In de Schedule is aangegeven of deze aan of uit staat. Om geen ongewenste informatie mee te sturen wordt bij niet gebruikte onderdelen het materiaal n.v.t. gebruikt. Wanneer een materiaal aangepast moet worden zal het onderdeel eerst (via de Schedule) aangezet moeten worden.:
- Open de Schedule
- Loop de lijst door
- Zet een onderdeel AAN om de gebruikte arcering te wijzigen
- Zet deze ook weer UIT wanneer het niet in het model aanwezig moet zijn.
Materialisatie van bibliotheek elementen
Voor trappen, vliesgevels en andere bibliotheekelementen geldt hetzelfde als voor ramen en deuren: De in objecten gebruikte arceringen worden in IFC als materialisatie weergegeven. Omdat deze instellingen in de verschillende objecten in diverse parameters te vinden zijn is er geen extra Schedule toegevoegd.
Stel deze objecten direct via de parameters in of maak eigen Schedules hiervoor aan waarin de parameters in te stellen zijn. Lees hiervoor
Tip & Truc 029 Schedules maken.
Materialisatie van 3D elementen
De Schedule ‘HF-3.2 Materiaal (3D elementen)’ lijst alle 3D elementen op met uitzondering van ramen en deuren. Wijzig naar wens de gebruikte Building Material, Composite, Profile of Fill van de onderdelen. Wees ervan bewust dat wanneer een ander materiaal gekozen wordt dit ook invloed kan hebben op de aansluitingen van de elementen.
- Open de Schedule ‘HF-3.2 Materiaal (3D elementen)’.
- Wijzig in de Schedule de gebruikte materialisering.
- Loop in het model de verbindingen tussen elementen na.
Indien de benaming van in het model toegepaste Building Materials niet correct is, kan in Schedules geen andere naam ingevuld worden. Een andere naam is in te vullen in de Building Material Settings waar bijvoorbeeld ook een VSMW code aan de naam toegevoegd kan worden.
Open het 3D venster en selecteer alle onderdelen van het model. Open vervolgens de Building Material Settings en sorteer de lijst op ’in gebruik’.
Tekst Hulpfiche:
Maak afspraken rond de te verwachten LOD-niveaus en voorzie de gewenste attributen bij de elementen.
IFC: Gebruik zo veel mogelijk de standaardeigenschappen (Property Sets).
De afspraken worden omtrent LOD per fase zijn vastgelegd in het BIM protocol hoofdstuk 5.1. Een nadere uitwerking staat in het BIM-uitvoeringsplan.
In de template van Archicad zijn een aantal voorbeelden opgenomen zoals de draagfunctie en de brandwerendheid, inclusief de mogelijkheid om deze in te stellen en grafisch te controleren middels Graphic Overrides (GO) en/of Schedules. Zie onderstaande voorbeelden. Meer uitleg over het aanmaken van eigen properties is te vinden in ‘
T&T 105 Gebruik maken van Archicad Properties’.
Draagfunctie (HF-3.3) en positie (HF-3.3)
De Schedules ‘HF-3.3 Draagfunctie - Positie’ tonen de desbetreffende eigenschappen van modelelementen.
Controleer de draagstructuur en positie van de elementen en pas deze eventueel aan.
Aanvullend op de Schedule zijn in de KeyMember templates de Graphic Override Combinations ‘RUW’ en ‘IFC - Positie’ opgenomen. Deze Graphic Override Combinations laten visueel een overzicht zien van de dragende (load-bearing) en niet-dragende elementen (non-load-bearing) en respectievelijk van de buitenschil (Exterior) en interne elementen (Interior).
Indien het een element betreft dat geen onderdeel uitmaakt van het gebouw zoals een terrein is het mogelijk om de definitie op Undefined te zetten.
Brandwering (HF-3.3)
In de Schedules ‘HF-3.3 Brandwerendheid …’ wordt deze eigenschap getoond volgens de Archicad properties.