Er zijn verschillende methodes om te detailleren in Archicad. Het is mogelijk om vanuit een losgekoppelde methode te werken en te detailleren in het live model. Wanneer is welke methode geschikt? Wat moet er wel gemodelleerd worden en welke elementen worden alleen in 2D (details) getoond. Dit webinar zal de verschillen inzichtelijk maken:
Zie voor een uitgebreide uitleg over het gebruik van de detail tool het artikel: Het detail-gereedschap.
2D details maken met de worksheet methode
Bij deze methode dient het model als onderlegger en details worden in de bovenliggende Worksheet (werkvenster) geplaatst en opgewerkt. Zie artikel: (Principe-)Details op één Worksheet
2D Detailleren in het live model
Bij deze methodiek van detailleren worden de details per doorsnede of plattegrond in de reeds aanwezige 1:20 tekeningen uitgetekend op speciale lagen, die voor de 1:20 tekening verborgen kunnen worden. Zie hiervoor het artikel: 2D Details maken vanuit 1:20 tekeningen.
3D detailleren in het live model
Archicad is niet alleen voor de mooie afbeeldingen, maar ook voor het uitwerken en detailleren van een gebouw. Als het ontwerp gereed is, zijn er automatisch allerlei ruwe details tot stand gekomen. De verbinding tussen elementen gaat namelijk op basis van prioriteiten waardoor de ene schil voorrang tot de andere krijgt. Overal waar het gebouw wordt doorgesneden, wordt dit niveau van detail (Level Of Detail, LOD) getoond. Vervolgens kan allerlei extra informatie worden toegevoegd, die niet noodzakelijkerwijs in 3D hoeft te worden gemodelleerd. Denk aan bijvoorbeeld maatvoering, teksten, maar ook ondersteunende 2D getekende informatie. Op detailbladen kunnen vervolgens 2D en 3D uitsneden samen worden gevoegd voor duidelijk communicatie van het ontwerp.
In de opname hieronder wordt het bouwkundig knooppunt van een verdiepingsvloer met prefab balkon verder uitgewerkt.
Er wordt meer detail toegevoegd aan het live-model:
00:00 | Welkom
02:22 | Beïnvloeden van Building Materials
03:52 | Diverse detailinstellingen ramen en deuren (dorpel/ventilatie/wandaansluiting)
Probeer zoveel mogelijk informatie in 3D uit te werken, indien de informatie in meetstaten of bij uitwisseling van het model benodigd is.
Details opwerken
Om details op te werken, zijn er een aantal 2D en 3D objecten beschikbaar in Archicad bibliotheek.
Vaak worden details in verschillende projecten grotendeels herhaald of zijn er specifieke bureaudetails. Om die reden is het handig om gebruik te maken van module bestanden met standaard details. Zie voor meer informatie het artikel: Module bestanden voor standaarddetails.
Voor het detailleren in Archicad bestaan verschillende methodieken, bij alle methodieken wordt de Detail Tool gebruikt. Instellen en plaatsen Activeer het detail gereedschap en open de Settings Stel het gereedschap in: ID (Detailnummer) (1): Deze ...
Vaak worden details in verschillende projecten grotendeels herhaald of zijn er specifieke bureaudetails. Ook voor het overzetten van bestaande standaarddetails uit andere tekenpakketten kan onderstaande aanpak gebruikt worden. Aanmaken van bestand ...
Deze module behandelt het verder uitwerken en opwerken van tekeningen middels handige Tools en hulpmiddelen binnen Archicad en werkmethodieken voor het maken van werktekeningen, details en Ramen- en deurenstaten. Voorkennis : Basiscursus Archicad ...
Bij het detailleren van een gebouw ligt de nadruk in het algemeen, op een correct bouwkundig model. Maar ook dient het model esthetisch correct te zijn door zijn materiaalgebruik en is de mogelijkheid tot calculatie van belang. Kortom voordat er ...
Gebruik een 'Linked marker' om gelijke details aan te geven in het model of om in de gevel te verwijzen naar de plaats waar het detail is genomen. In onderstaande stappen wordt deze laatste optie verduidelijkt: Plaats met het Detail-gereedschap een ...