Lagen zijn in eerste instantie bedoeld om de informatie in het model zo te kunnen scheiden dat de gewenste tekeningen kunnen worden geproduceerd, zoals plattegronden, gevels, ruimtegebruik, situatie, enzovoort.
In CAD software hebben
Lagen vaak een BB/SfB codering. Veel lagen blijven dan echter ongebruikt, terwijl er ook behoefte is aan lagen voor informatie buiten de BB/SfB codering.
In de BE (KME) template is ervoor gekozen om alleen de belangrijkste lagen van de BB/SfB codering over te nemen. Hierin staat de algemene informatie van het gebouwmodel zelf.
Specifieke aandachtspunten:
Laag 22 Binnenwanden is opgedeeld in Constructieve binnenwanden, Niet Constructieve binnenwanden en Woning Scheidende binnenwanden.
Laag 28 Draagconstructies is opgedeeld in CLT en HSB. Dit om een zo goed mogelijke werking in combinatie met de CLT/HSB module te garanderen.
De lagen 00 Bestaand en 00 Sloop zijn bedoeld om de informatie ten behoeve van sloop en bestaande toestand tekeningen te kunnen scheiden. Deze kunnen worden gebruikt in combinatie met de renovatiefilter.
De lagen zijn opgenomen in een folderstructuur conform de BB/SfB lagen en aangevuld met 7 groepen (mappen) met lagen, waarop specifieke informatie kan worden geplaatst ten behoeve van bepaalde tekeningen of schalen:
- ALGEMEEN
Lagen t.b.v. tekening-aankleding, hulplijnen, opmerking etc. - INFORMATIE
Voor het toevoegen van (hoofdzakelijk 2D) informatie aan het model die alleen zichtbaar moet zijn bij een bepaalde schaal of tekening fase (bijvoorbeeld plafondtekening of extra detailinformatie voor schaal 1:20). De laag ‘Info Algemeen’ is voor algemene info die (bijna) altijd zichtbaar moet zijn. - MAATVOERING
Voor het plaatsen van maatvoering op verschillende lagen ten behoeve van verschillende schalen en tekeningen. - MARKERS
Lagen voor aanduidingen, zoals doorsnede-lijnen, detailmarkers, etc. - RUIMTEN
Lagen voor de verschillende zones: bruto vloeroppervlak, gebruiksfuncties, gebruiksoppervlak, EPB zones, etc. - SAMENWERKING
Lagen t.b.v. IFC informatie, Modules en Point Cloud bestanden - WERKPLAATS
Ten behoeve van het maken van objecten, Solid Element Operations (Operators), enzovoort. Op deze lagen kunnen ook externe bestanden als IFC modellen en Pointclouds worden ingeladen.
Overzicht mappenstructuur van de Lagen Lagencombinaties / Layer Combinations
De lagencombinaties zijn genoemd naar de tekeningen waarvoor ze bedoeld zijn. Een aanvullende codering SO/VO etc. verwijst naar de projectfases waarin de lagercombinaties toegepast kunnen worden.
Hierdoor is voor iedereen duidelijk wat het doel is van een Lagencombinatie en op welke tekeningen het invloed heeft wanneer een Lagencombinatie wordt aangepast. De codering van deze tekeningen en opties wordt beschreven in her artikel
De codering in de ARCHICAD template.
Lijnen / Line Types
Algemene informatie over het attribuut
lijnen en lijntypes is te vinden in het bijbehorende artikel.
Arceringen / Fill Types
De arceringen zijn sinds Archicad 27 onderverdeeld in verschillende mappen, op patroontype.
Algemene informatie over het attribuut
Arceringen is te vinden in het artikel.
Materialen / Building Materials
In de
Building Materials worden meerdere attributen samengevoegd tot een materiaal en aanvullende eigenschappen daaraan gekoppeld. De materialen vormen de basis voor de meeste elementen in een model.
In de Archicad BE KME template zijn de nodige voorbereidingen getroffen waarbij de artikelen van het VMSW-bestek vervat zitten in de Building Materials.
Op die manier kan in grote mate de VMSW-meetstaat voorbereid worden, zodat de output met behulp van de Meetstaat Manager geëxporteerd kan worden naar verschillende Meetstaat opzetten.
Extra Building Materials, die betrekking hebben op de overige artikels van de VMSW_BBW 2015, zijn beschikbaar in de KME modulebestanden. Door van hieruit de juiste vooringestelde Building Materials te importeren wordt er veel tijd en werk bespaard.
Samengestelde bouwdelen / Composites
Composieten zijn samengestelde bouwdelen verkregen door combinaties van de Building Materials. De eigenschappen van deze composieten zijn dus ook gekoppeld aan het VMSW-bestek, omdat de eigenschappen van de Building Materials worden gebruikt.
Bij de Composieten zijn er in eerste instantie een aantal algemene samenstellingen gemaakt. De algemene composieten bevatten algemene materialen met verschillende namen (ALG - Binnenblad, ALG - Isolatie, enz.), zodat ze bij aansluitingen alleen met dezelfde soort lagen verbinden. De composieten kunnen gaandeweg in het project worden aangepast, als duidelijk wordt wat de precieze samenstelling van de wanden, daken of vloeren moet zijn. De wanden, daken en vloeren kunnen uiteraard ook omgezet worden in reeds aangemaakte samengestelde composieten.
Pennen en Kleuren / Pens & Colors
Archicad kan gebruik maken van meerdere pensets. Aan elke View en elke geplaatste tekening op de lay-out is een penset gekoppeld. Dit betekent dat een lijn op de ene tekening er anders uit kan zien, dan op een andere. De kleur en/of de pendikte kan anders zijn. Zeker tijdens de ontwerpfase is het vaak makkelijk om op een plot kleuren te kunnen gebruiken als ondersteuning en ter verduidelijking van het ontwerp, terwijl de basis van de tekening, zoals de wanden en ramen, zwart blijven met verschillende lijndiktes.
In de BE template zijn er 6 pensets aangemaakt:
- Basis grijs: te gebruiken voor grijze afdrukken als onderlegger
- Basis kleur: te gebruiken tijdens het werken
- Basis zwart: te gebruiken voor z/w afdrukken met ondersteuningskleur
- Detail kleur: te gebruiken tijdens het detailleren
- Detail zwart: te gebruiken voor z/w afdrukken van details met ondersteuningskleur
- DO CLT/HSB: te gebruiken in combinatie met de nieuwe CLT/HSB module
Deze pennensets worden ook gebruikt bij de Graphic Override Combinations. Wijzigingen in de pennensets geven gevolg aan de weergave van het ontwerp!
Basis kleur Basis kleur Basis zwart Basis grijs De 3 basis pensets
Pen 1 t/m 10
Het verschil tussen de drie basis pensets zit alleen in de kleur van pen 1 t/m 10.
In de Basis kleur penset hebben de pennen een verschillende kleur, zodat tijdens het werken duidelijk zichtbaar is welk pennummer oftewel welke dikte er gebruikt is.
In de Basis zwart penset zijn de pennen 1 t/m 10 allemaal zwart. Deze penset is bedoeld voor het afdrukken in zwart/wit met eventueel een ondersteuningskleur (de pennen 11 t/m 255).
In de Basis grijs penset zijn de pennen 1 t/m 10 allemaal grijs. Deze penset wordt gebruikt wanneer de tekening als grijze onderlegger voor een andere tekening wordt gebruikt.
Pen 1 t/m 10 hebben een oplopende dikte van 0.13 t/m 1.0. Deze pennen zijn bedoeld om de basis van het model in te voeren, die uiteindelijk in zwart op papier wordt getoond.
Pen 21-30, 41-50, 61-70, 81-90
De 2e, 3e, 4e en 5e rij hebben dezelfde oplopende dikte als pen 1 t/m 10, maar steeds een andere kleur. Gebruik deze pennen wanneer een onderdeel met een kleur (en dikte) op papier geaccentueerd moet worden. Bijvoorbeeld: Basis van het gebouw in zwart, lijnen om riolering aan te geven in blauw, brandcompartimentering in rood en beplanting in groen, voorstel inrichting in grijs.
Pen 101 t/m 110
De 6e rij pennen zijn in basis zwart. Deze pennen zijn standaard ingesteld op dikte 0.13 en zijn bedoeld om de arceringen van materialen altijd goed zichtbaar in het zwart weer te kunnen geven.
Sinds Archicad 20 kan hiervoor ook een Graphic Override gebruikt worden. De overige pennen hebben allemaal dikte 0 en zijn bedoeld om vlakken in te kleuren. Vanaf pen 91 beginnen de grijstonen. (houdt pen 91 altijd wit!! Deze wordt vaak gebruikt in bibliotheek elementen)
Vanaf pen 111 zijn er enkele heldere ‘pasteltinten’ gemaakt die erg geschikt zijn om als achtergrondkleur van arceringen te gebruiken, waardoor een tekening veel leesbaarder wordt. De pennen 241 t/m 251 worden veel gebruikt voor het inkleuren van de gevels.
De detail pensets
De detail pensets verschillen alleen qua dikte van de eerste 10 kolommen ten opzichte van de basis pensets. De dikte van kolom 1 t/m 10 is niet oplopend van 0.13 t/m 2.8, maar van 0.18 t/m 3.0.
Dit betekent dat wanneer de detail penset actief gemaakt wordt alle lijnen 1 stap dikker worden.
Bijvoorbeeld: een binnenwand wordt met pen 3 getekend.
Aan de plattegrond tekeningen wordt een basis penset gekoppeld op de layout. De lijnen van de wand worden 0.25 dik.
Aan de detail tekeningen wordt de detail penset gekoppeld op
de layout. Pen 3 is dan 0.35 dik. Dezelfde wand wordt dan dus
met dikkere lijnen getekend
Bij gebruik van de Houtbouw Module op schaal 1/100 kunnen de tekeningen erg druk worden door het tonen van alle lagen binnen een composiet. De CLT/HSB penset maakt het mogelijk om al deze elementen in dezelfde kleur weer te geven. Pennen 10, 20 en 60 worden in de standaard pensets gebruikt om de verschillende kleuren in gelaagde hout elementen weer te geven. In de HSB/CLT penset is deze kleur hetzelfde.
Pen 10 wordt gebruikt voor de scheidingslijnen van composieten. Pen 20 en 60 worden gebruikt voor de achtergrondkleur van de elementen in te stellen.